Wijn landen

Wijn landen en wijn gebieden zijn er in overvloed tegenwoordig. Om u een indicatie te geven welke wijnlanden en wijngebieden er zijn krijgt u hier een overzicht van de meest voorkomende wijnlanden en wijngebieden.
Wijnbouw, ooit had van alle wijnlanden en wijngebieden Europa een monopolie, maar vindt tegenwoordig de productie in grote delen van de wereld plaats, op alle continenten. Niettemin komt het leeuwendeel van de wereldwijnproductie onverminderd op rekening van Europa. Hieronder krijgt u een overzicht van ruim 30 meest voorkomende wijnlanden en wijngebieden groot en klein, waarbij de Benelux als 1 telt. Het is een onvolledige lijst, want landen als Malta, Tsjechië, Slowakije, Servië, Macedonië, Moldavië, Oekraïne, Rusland, Turkije, India, Thailand, Japan, Bolivia, Peru, Algerije en het Verenigd Koninkrijk ontbreken. Voorlopig tenminste.

Klik op de landen voor een omschrijving.

Argentinië wijnen - Zuid Amerika's nummer 1
Australië wijnen - Succesverhaal zonder weerga
België wijnen - Vier appellations!
Brazilië wijnen - Wijnland in opkomst
Bulgarije wijnen - Niet klein te krijgen
Canada wijnen - Cool
Chili wijnen - Trendsetter in kwaliteit
China wijnen - Supermacht in wording
Cyprus wijnen - Levende wijngeschiedenis
Duitsland wijnen - Unieke stijl
Frankrijk wijnen - La Grande Nation
Georgië wijnen - Bakermat van de wijnbouw
Griekenland wijnen - Oude belofte ingelost
Hongarije wijnen - Bewogen geschiedenis
Israël wijnen - Kosjere klasse
Italië wijnen - Oenotria
Kroatië wijnen - Moeilijke namen, interessante wijnen
Libanon wijnen - Klein mirakel
Marokko wijnen - Terug van weggeweest
Mexico wijnen - Het andere Californië
Nederland wijnen
Nieuw Zeeland wijnen - Clean and green
Oostenrijk wijnen - Voor de fijnproever
Portugal wijnen - Authenticiteit troef
Roemenië wijnen - Latijnse traditie
Slovenië wijnen - Veelbelovend
Spanje wijnen - Ongekend dynamisch
Tunesië wijnen - Hart van de Mahgreb
Uruguay wijnen - Lekker eigenwijs
Verenigde Staten wijnen - Wijnbouw nationwide
Zuid-Afrika wijnen - Kaapse pracht
Zwitserland wijnen - Schatkamer vol rariteiten



  • Argentinië wijnen - Zuid Amerika's nummer 1
    Argentinië is met ruim 200.000 hectare wijngaard verreweg de grootste wijnproducent van Zuid-Amerika. Het is ook een land dat, in navolging van het buurland Chili, al enige tijd kwalitatief sterk in opkomst is.

    Wijnbouw werd er in de 16e eeuw geïntroduceerd door de Spaanse veroveraars. Zij plantten er de criolla grande, een kwalitatief uiterst matige druif die verwant is met de pais in Chili en de mission in Mexico en Californië. De grote doorbraak kwam eind 19e eeuw, toen veel kolonisten uit Italië en het Baskenland naar Argentinië trokken. Zij brachten tal van interessante druivenrassen mee naar hun nieuwe vaderland.

    Een andere positieve factor was de economische bloei die het land rond de eeuwwisseling beleefde. De politieke en economische malaise waaronder Argentinië een groot deel van de 20e eeuw te leiden had, zorgde er echter voor dat de wijnbouw tot voor kort bijna volledig gericht was op volume en nauwelijks op kwaliteit. De teruglopende consumptie in eigen land heeft producenten evenwel gedwongen zich meer op export toe te gaan leggen en de kwaliteit van hun wijnen te verbeteren. In combinatie met grote buitenlandse investeringen en kennis heeft dit voor een ware revolutie gezorgd. Nieuw aangeplante wijngarden en tal van hypermoderne bodegas produceren nu wijn van grote klasse.

    Aan de voet van de Andes:
    Argentinië beschikt over een uitstekend potentieel voor goede wijnen. De wijngaarden liggen vooral in het westen van het land, aan de voet van het Andesgebergte. Het klimaat is daar zeer geschikt voor wijnbouw: droog en zonnig. Ziektes vormen daarom geen groot probleem. Smeltwater uit de Andes zorgt voor een probleemloze irrigatie. In combinatie met vrij rijke bodems leidt dit tot een tamelijk hoge opbrengst.

    Belangrijker voor de productie van kwaliteitswijnen is de omstandigheid dat heel wat wijngaarden zich op grote hoogte bevinden, tot ruim 1000 meter boven zeeniveau. Daardoor worden extreem hoge temperaturen vermeden, terwijl de nachten koel zijn. Dit komt de ontwikkeling van aroma's en zuren zeer ten goede. Wel heeft men regelmatig af te rekenen met hagel. Sommige wijngaarden worden daartegen beschermd met speciale netten.

    Mendoza & Co.:
    Verreweg het belangrijkste Argentijnse herkomstgebied is Mendoza, met de gelijknamige provinciehoofdstad in de rol van Argentinië's onbetwiste wijncentrum. Binnen Mendoza is het district Luján de Cuyo een koploper op het gebied van kwaliteit.

    Andere belangrijke Argentijnse wijnbouwgebieden, alle ten noorden van Mendoza, zijn respectievelijk San Juan (het op een na grootste), La Rioja (het oudste) en Salta (het hoogste).

    Ook in Patagonië, ten zuiden van Mendoza wordt sinds kort succesvol wijnbouw bedreven. Dat gebeurt in koele regio's als Neuquén en Rio Grande.

    Gevarieerde aanplant:
    Argentinië kent voor een niet-Europees wijnland een verrassend gevarieerde aanplant, zeker wanneer je een directe vergelijking met buurland Chili maakt. Rassen voor rode wijn worden het meest geteeld, met als meest karakteristieke de malbec. Hoewel van Franse afkomst is die druif is te beschouwen als de 'nationale' Argentijnse druif. Hij geeft karaktervolle wijnen die soms verrassend goed kunnen rijpen.

    Een andere specialiteit is de van origine Piemontese bonarda. Verder kom je ook de Spaanse tempranillo tegen, de 'wereldburgers' cabernet sauvignon en merlot, syrah en ook wat pinot noir.

    Argentinië's visitekaartje bij de witte druivenrassen is de aromatische torrontés, waarvan de wijn wel wat aan (droge) muskaat doet denken. Van de overige variëteiten zijn o.a. chardonnay, sauvignon, sémillon en viognier te noemen.

  • Australië wijnen - Succesverhaal zonder weerga
    Australië heeft zich geschaard in de rij van toonaangevende wijnproducenten. Weinig andere landen hebben hun export de afgelopen jaren zo explosief zien groeien als datzelfde Australië. En al even weinig landen hebben zo'n spectaculaire uitbreiding van hun wijngaarden gezien als Australië. Zoals bijna overal in de Nieuwe Wereld is die opkomst van recente datum.

    Australië kent al ruim anderhalve eeuw wijnbouw van enige importantie. Nog tot ver na de Tweede Wereldoorlog bestond de productie hoofdzakelijk uit alcoholische en/of zoete wijnen. Niet dat het het land aan enige wijntraditie ontbrak, met zo veel immigranten uit Europese wijnlanden als Italië en Duitsland. Alleen had maar een enkeling van finesse gehoord. De stijl van de Australische wijnen is inmiddels radicaal gewijzigd. Trefwoord is nu fruit, of liever fruit driven.

    Techniek en terroir:
    Het beeld van Australië in Europa is een beetje vertekend, omdat een paar grote bedrijven de exportmarkt domineren. Van de wijnen die de inmiddels ruim 1000 individuele producenten op de markt brengen, krijgt het buitenland maar een fractie te zien.

    Wat alle Australische producenten gemeen hebben, is dat ze de beschikking hebben over perfect gerijpt fruit, ook in de relatief koele regio's, en dat hun technisch kunnen sinds twintig, vijfentwintig jaar op een zeer hoog peil staat. Zo zeer zelfs dat tal van Australiërs in tal van landen als een soort ontwikkelingswerkers aan de slag zijn gegaan, tot in Frankrijk aan toe. Ze werden flying winemakers genoemd, een term die nu vast onderdeel van het internationale wijnjargon is. Je komt in Australië vrijwel nooit een slechte wijn tegen.

    Australische wijnmakers zijn meesters in de kunst van het assembleren, maar de tijd dat bij wijze van spreken alles wat en los vast zat gemengd werd tot merkwijn zonder specifieke herkomst, is voorbij. ‘Terroir' - lees: specifieke herkomst - is nu het gevleugelde woord, en variatie heeft de voorkeur gekregen boven uniformiteit.

    Wijnbouw geconcentreerd in het zuidoosten:
    Het grootste deel van Australië is te warm en te droog voor wijnbouw. Die is daarom geconcentreerd in het zuidoosten van het land, waar het klimaat het meest gematigd is. Toch is irrigatie meestal wel nodig. Gebieden die dicht bij zee liggen, profiteren van de verkoelende invloed die daar van uitgaat.

    Australië is een dusdanig groot continent dat de afzonderlijke productiegebieden ver uit elkaar liggen. Het is daarom onmogelijk om generaliserend over klimaat- en bodemomstandigheden te spreken.

    Het leeuwendeel van de Australische wijnen is afkomstig uit drie provincies: New South Wales, Victoria en South Australia. Alle drie samen vallen ze onder de noemer South Eastern Australia, dat de stad Adelaide als nationaal wijncentrum heeft.

    Kwalitatief goede individuele herkomstgebieden zijn o.a.: Barossa Valley, Eden Valley, Clare Valley, Adelaide Hills, McLaren Vale, Padthaway en Coonawarra - bekend om zijn rode terra rossa bodem in South Australia, Yarra Valley en Mornington Peninsula in Victoria, en Hunter Valley in New South Wales. In opkomst is het eiland Tasmania, het schoolvoorbeeld van cool climate op zijn Australisch.

    Een verhaal apart, letterlijk en figuurlijk, is Western Australia in de omgeving van Perth, enkele duizenden kilometers verwijderd van het zuidoosten. De naam om hier naar uit te kijken is Margaret River.

    Eigen accent:
    Australië produceert hoofdzakelijk varietal-wijnen, met de naam van de druif prominent op het etiket. Daarnaast zijn er de nodige blends van twee druivensoorten. Australië's eigen druif is de shiraz. Hoewel de shiraz genetisch identiek is aan de syrah, is het moeilijk om overeenkomsten met syrahwijnen van de Rhône te ontdekken. Australië's shiraz heeft een geheel eigen karakter, met de nadruk op rijp fruit.

    Behalve shiraz heeft Australië ook veel cabernet sauvignon. En ook hier geldt dat de topwijnen over een enorme kracht en diepgang beschikken. Typisch Australisch, met het nodige fruit, is trouwens de blend van deze twee rassen.

    Een andere interessante Australische wijn is Pinot Noir. In een land dat als warm bekend staat zou je dat misschien niet verwachten. Australië kent echter diverse streken waar het helemaal niet zo warm is en waar de temperaturen eerder aan die van een Europees gebied als de Bourgogne doen denken. En dat is precies wat de pinot noir nodig heeft.

    Bij de witte druiven neemt chardonnay een prominente plaats in. Ooit stond Australische Chardonnay gelijk aan rijk, tropisch en oaky. Heftig, om zo te zeggen. De trend wijst nu echter in de richting van meer zuren en mineralen, minder alcohol en beter geïntegreerd hout.

    Binnen de witte aanplant druiven vallen enkele tamelijk verrassende namen op: semillon (zonder accent op de e) en riesling. Van beide worden zowel droge als edelzoete wijnen gemaakt, vaak van verrassend mooie kwaliteit en met een even verrassend rijpingspotentieel. Sauvignon blanc was tot voor kort in Australië maar mondjesmaat te vinden, maar daar is drastisch verandering in gekomen. Een specialiteit met een lange lokale traditie zijn likeurachtige dessertwijnen van muskaatdruiven.

  • België wijnen - Vier appellations!
    De wijnbouw in België is zeer gering in omvang, ook in vergelijking met Nederland. De wijngaarden zijn klein en meestal aangelegd uit hobbyisme. Slechts een paar worden op commerciële basis geëxploiteerd. Toch heeft België, in tegenstelling tot het grotere Nederland, al wel vier officieel erkende appellations volgens de Europese wijnwetgeving!

    In het Vlaamse landsgedeelte liggen de herkomstgebieden Hageland, Haspengouw en Heuvelland. Het eerste ligt in de omgeving van Leuven, het tweede bij Tongeren, het derde niet ver van de Franse grens bij Ieper. Ook Wallonië heeft een eigen appellation: Côtes de Sambre et Meuse.
    Belgische wijnen zijn op een enkele uitzondering na wit.

  • Brazilië wijnen - Wijnland in opkomst
    Na Chili, Argentinië en Uruguay is Brazilië het vierde land in Zuid-Amerika dat buiten de eigen grenzen van zich wil doen spreken met wijn. Ondanks een geschiedenis van bijna vijf eeuwen is wijnbouw er in feite een nog jonge bedrijfstak. Pas na de komst van Italiaanse immigranten in de jaren 1870 werden ‘echte' wijngaarden aangeplant. Brazilië telt momenteel ongeveer 40 duizend hectare wijngaard, wat meer is dan in Uruguay.

    Rio Grande do Sul:
    De wijngaarden liggen in overgrote meerderheid in de zuidelijke deelstaat Rio Grande do Sul. Dit is eigenlijk het enige deel van Brazilië dat geschikt is voor kwaliteitswijnbouw. Het klimaat is hier subtropisch, met lange zomers en korte winters. In het oog springend is de goede natuurlijke zuurgraad van de wijnen, samen met bescheiden alcoholpercentages en variatie tussen de oogstjaren.

    Brazilië's jongste wijnbouwgebied ligt ver verwijderd van deze historische bakermat. Het is de Vale do São Francisco in het noordoosten van het land, verdeeld over de staten Bahia en Pernambuco, op maar 9° zuiderbreedte. Het is daarmee een onvervalst tropisch wijngebied.

    Omschakeling:
    Slechts een derde van de Braziliaanse wijngaarden, zo'n 12 duizend hectare, is beplant met ‘edele' Europese rassen die onder de noemer vitis vinifera vallen. De rest is beplant met minder edele Amerikaanse rassen van het type vitis labrusca of hybriden. Net als destijds in Uruguay is in Brazilië evenwel een conversie van labrusca naar vitifera druiven op gang gekomen. Deze ontwikkeling maakt deel uit van een veel omvattender proces waarin individuele kwaliteit voorrang kreeg boven anonieme kwantiteit.

    Argentinië heeft malbec, Chili carmenère en Uruguay tannat. En Brazilië? Van alles en nog wat. Bij de witte variëteiten zitten ondermeer chardonnay, sauvignon blanc, sémillon, gewürztraminer, malvasia, riesling italico, trebbiano, pinot bianco, prosecco en moscato. Het gamma bij rood is al even breed: cabernet sauvignon, cabernet franc, merlot, pinot noir, syrah, gamay, tannat, carmenère, barbera, sangiovese, touriga nacional, tinta roriz (tempranillo) en alfrocheiro. Een specialiteit is mousserende wijn, maar rood is het meest belovend voor de toekomst.

  • Bulgarije wijnen - Niet klein te krijgen
    Bulgarije kent al wijnbouw sinds drieduizend jaar. Met ups en vooral downs. Tijdens de Ottomaanse bezetting bleven wijngaarden in gebruik voor de teelt van tafeldruiven. Rond 1900 begon de moderne Bulgaarse wijnbouw door coöperaties van kleine wijnboeren. Na WO II brachten de communisten deze onder in grote combinaten die hoofdzakelijk voor export naar de Sovjetunie produceerden. Niettemin was Bulgarije het eerste Oostblokland dat zijn wijnindustrie afstemde op de markt in Noordwest-Europa. Al in de jaren '60 werden wijngaarden met 'internationale' druivenrassen aangeplant. Het succes van de Bulgaarse wijnen nieuwe stijl is echter van voorbijgaande aard gebleken. Wellicht dat de kansen weer keren nu Bulgarije is toegetreden tot de Europese Unie.

    Vijf zones:
    Wijngaarden in Bulgarije liggen verspreid over heel het land, met uitzondering van het bergachtige middendeel. Voor het merendeel hebben de Bulgaarse wijngebieden een continentaal klimaat met warme zomers en een vrij strenge winter. Alleen langs de Zwarte Zee is het klimaat meer mediterraan van karakter. Er zijn in totaal vijf regio's: het Noorden, langs de Donau, produceert zowel wit als rood, o.a. in Suhindol. Het Oosten, met de matigende klimatologische invloed van de Zwarte Zee, brengt hoofdzakelijk witte wijnen voort. De Sub-Balkan, met o.a. Sliven, is een heuvelachtig gebied aan de voet van het Balkangebergte. Het Zuiden is de belangrijkste regio van Bulgarije en produceert goede rode wijnen (o.a. Merlot) in Haslovo, Stambolovo en Assenovgrad. Het Zuidwesten tenslotte is het gebiedje rond Melnik, tegen de grens met Griekenland en Macedonië. Binnen deze vijf regio's liggen 28 herkomstgebieden voor kwaliteitswijn met de status van controliran region.

    Druiven uit oost en west:
    Bulgarije produceert iets meer witte dan rode wijnen, hoofdzakelijk cépagewijnen. Het heeft een gevarieerde aanplant met zowel regionale als internationale druivenrassen. Tot de tweede categorie behoren o.a. cabernet sauvignon, merlot en pinot noir. Regionale rassen met een meer Bulgaarse smaak zijn o.a. mavrud, melnik en gamza (alias kadarka in Hongarije).

    Bij de witte bestaat een vergelijkbare tweedeling. Internationale witte druiven zijn o.a. chardonnay, riesling, sauvignon blanc en gewürztraminer. Echt Bulgaarse witte rassen zijn dimiat en misket. Verder aangeplant zijn onder meer rkatsiteli, fetiaska (= feteasca in buurland Roemenië), aligoté, ugni blanc, welschriesling en muskat ottonel.

  • Canada wijnen - Cool
    Canada dankt zijn reputatie als wijnland voor alles aan de omstandigheid dat het de grootste producent in de wereld is van icewines, wijnen gemaakt van in bevroren staat geplukte druiven. Het laat zelfs Duitsland met zijn Eisweine achter zich. Minder bekend is dat Canada ook de nodige wijnen van normaal geoogste druiven produceert die bij vlagen van verrassend goede kwaliteit kunnen zijn.

    Wijnbouw in Canada is per definitie cool climate viticulture, gelet op de bar koude winters die het land teisteren. Daarom werd en wordt op vrij grote schaal gewerkt met resistente, winterharde hybriden. Teelt van edele vinifera druivenrassen is slechts op enkele plaatsen mogelijk, te weten in Ontario en British Columbia. Beide gebieden hanteren de kwaliteitsaanduiding Vintners Quality Assocation, afgekort VQA.

    Niagara Falls & British Columbia:
    Het zwaartepunt van de Canadese wijnbouw ligt in de provincie Ontario, om precies te zijn in de regio Niagara Peninsula ten zuidwesten van Toronto. De wijngaarden bevinden zich vlakbij de spectaculaire Niagara Falls, aan de oever van Lake Ontario. Die ligging komt overeen met die van de Languedoc, maar zonder de matigende invloed van het grote meer zou dat niet veel waard zijn, gelet op de instroom van koude poollucht uit het noorden. Om die reden staan er nogal wat hybriden aangeplant, kruisingen tussen 'wilde' Amerikaanse en 'edele' Europese druiven die bestand zijn tegen strenge winters. Voorbeelden hiervan zijn de blauwe baco noir en de witte vidal.

    Dankzij de kou kan men hier vrijwel jaarlijks op grote schaal icewines produceren, met name van vidal en riesling. Daarnaast produceert men echter ook ‘gewone' wijnen, die soms verrassend goed zijn. Wijnen uit Ontario zijn overwegend wit. Ze worden behalve van riesling en vidal gemaakt van chardonnay. Aardige rode komen onder meer van pinot noir en cabernet franc.

    De wijngaarden van British Columbia, kortweg BC, liggen in de Okanagan Valley, in het achterland van Vancouver. Dit gebied in opkomst vertoont de nodige overeenkomsten met Washington State, aan de andere kant van de grens in de VS. Sterke troef is het droge klimaat met zijn grote hoeveelheid zonlicht. British Columbia produceert voornamelijk droge tafelwijnen.

    Een derde regio in Canada waar wijn geproduceerd wordt is het Franstalige (en francofiele) Québec. De productie is hier echter van anekdotische omvang.

  • Chili wijnen - Trendsetter in kwaliteit
    Chili is niet het grootste wijnland van Zuid Amerika - dat is buurland Argentinië - maar het is wel toonaangevend geweest in kwaliteit en marketing. Het heeft in ieder geval het schoolvoorbeeld geleverd van een succesvolle aanpak door een 'nieuw' wijnland dat zijn productie heeft afgestemd op de behoeften van de buitenlandse markt. Dat gebeurde eind jaren '70, begin jaren '80 en werd mede ingegeven door een dalende consumptie in eigen land.

    Een echt 'nieuw' land is Chili eigenlijk helemaal niet. Al in de 16e eeuw plantten de Spanjaarden er de pais aan. Eind 19e eeuw exporteerde Chili zelfs op vrij grote schaal wijn naar het door phylloxera zwaar getroffen Europa. De stijl van die wijn was in hoge mate geïnspireerd door Bordeaux. Rood dus, en gemaakt van druiven als cabernet sauvignon en de sinds kort weer herontdekte carmenère. Het succes was alleen van korte duur en het grootste deel van de 20e eeuw produceerde Chili ruwe, oxidatieve wijnen voor de weinig kritische thuismarkt. Het enorme kwaliteitspotentieel werd nauwelijks benut, maar dat is inmiddels wel anders. Chili beleeft een stormachtige tweede jeugd!

    Perfecte groeicondities:
    Chili is een smal maar zeer langgerekt land dat ingeklemd ligt tussen het Andesgebergte in het oosten en het kustgebergte en de Stille Oceaan in het westen. Daartussen liggen tal van valleien die hun naam lenen aan wijngebieden. Veel van die namen beginnen met het Spaanse Valle of eindigen met het Engelse Valley.

    De condities voor wijnbouw zijn in Chili uitzonderlijk gunstig. Een sterk punt is het gezonde, droge klimaat met zijn vele zonlicht. Dit is niet alleen bevorderlijk voor de stofwisseling in de planten, het zorgt er ook voor dat plantenziekten nauwelijks voorkomen. Ook de beruchte phylloxera, de druifluis die in Europa bijna alle wijngaarden verwoestte, heeft hier nooit enige schade aangericht. Druivenplanten hoeven daarom niet geënt te worden op onderstokken. De droogte vormt geen enkel probleem, aangezien er smeltwater uit de Andes in overvloed is om irrigatie toe te passen.

    De Chileense wijngaarden zijn hoofdzakelijk aangelegd in de vlakke delen van oost-west lopende rivierdalen op vrij rijke bodems. Door al deze factoren bij elkaar groeien de planten uitbundig. In toenemende mate worden nu ook wijngaarden op hellingen aangeplant. Lastiger te exploiteren, maar wel een belangrijke factor voor het produceren van betere wijnen.

    Gebieden:
    De Chileense wijngebieden liggen verspreid over honderden kilometers. De eerste die ontwikkeld werden liggen in het midden van het land, ten zuiden van de hoofdstad Santiago. Ze maken deel uit van de grote Valle Central (Central Valley) tussen het kustgebergte en de Andes.

    Namen om op te letten zijn o.a. Maipo, Colchagua, Rapel, Curico en Maule Valley. Recentelijk zijn ook gebieden verder naar het zuiden en noorden ontdekt. In het diepe zuiden is dat Bio-Bio, ten noordwesten en noorden van Santiago zijn dat Casablanca en Aconcagua. Hoewel het in die twee laatstgenoemde gebieden theoretisch wat warmer zou moeten zijn, is dat niet het geval. Mist van de Stille Oceaan zorgt namelijk voor de gewenste afkoeling.

    Steeds meer variatie:
    Chili scoorde tot nu toe vooral met zuivere, rechttoe rechtaan wijnen. Cabernets vooral, maar ook Chardonnays, Merlots en Sauvignons. Solide wijnen voor een scherpe prijs. De Chilenen willen echter van het goedkope imago af en proberen dat te doen op diverse manieren. Door wijnen met meer complexiteit te produceren, door meer nadruk te leggen op specifieke herkomst en door meer variatie in hun assortiment aan te brengen. Dat lukt alledrie heel aardig. Tal van bedrijven maken tegenwoordig prestigeuze topcuvées in de vorm van assemblages, vaak in samenwerking met bekende producenten uit Frankrijk of Californië.

    Voor de verbreding van het aanbod zorgen verder ook bottelingen van druiven die tot nu toe wat in de schaduw stonden. Het meest in het oog springende voorbeelden is de carmenère, die lange tijd abusievelijk is aangezien voor merlot! Chili heeft hem nu omarmd als eigen 'nationale druif'. Ook malbec, syrah en pinot noir mogen zich verheugen in een stijgende belangstelling.

  • China wijnen - Supermacht in wording
    China is een nieuwe ster aan het wijnfirmament. Sinds enkele tijd is het land in koortsachtig tempo bezig een eigen wijnindustrie te ontwikkelen. Hoewel de statistieken niet helemaal betrouwbaar zijn, staat wel als een paal boven water dat het Chinese wijngaardareaal jaarlijks met duizenden hectaren tegelijk uitgebreid wordt. De wijnbouw past daarmee naadloos binnen het algemene beeld van het óververhitte' China op dit moment.

    Aangezien het land geen enkele wijntraditie bezit, wordt het bij de opbouw van zijn wijnproductie geholpen door adviseurs en bedrijven uit traditionele wijnlanden als Frankrijk en Italië. Tegelijkertijd is er zoiets ontstaan als een wijncultuur, tot dusverre een volstrekt onbekend verschijnsel.

    De Chinese wijnindustrie streeft een tweeledig doel na: productie voor de groeiende thuismarkt én voor de export. Een en ander gebeurt met wijnen op basis van internationaal gangbare druivenrassen, zoals cabernet sauvignon, merlot, chardonnay en riesling. Typische eigen rassen hebben de Chinezen niet.

    Wijnbouwgebieden zijn zowel in de kuststreek te vinden als ver landinwaarts, richting Mongolië. Is het eerste gebied door maritieme invloed vrij warm en vochtig, het tweede is juist uitgesproken continentaal, droog en met strenge winters. Vooralsnog werken de Chinezen niet met gedetailleerde herkomstbenamingen, maar met merknamen.

  • Cyprus wijnen - Levende wijngeschiedenis
    Cyprus kent al wijnbouw sinds 4000 jaar. Tegenwoordig telt het eiland een kleine 40 duizend hectare wijngaard, geconcentreerd op het Griekse deel.

    In de tijd dat de Venetianen heer en meester waren over de handel langs de kusten van de Middellandse Zee genoten de zoete wijnen uit Cyprus een grote reputatie. Ook nu nog is de bekendste wijn van Cyprus is een zoete. Het is de Commandaria, gemaakt van de druivenrassen mavro en xynisteri.

    Droge Cypriotische wijnen waren tot voor kort niet zo interessant en veelal oxidatief van stijl. Daarin is echter verandering aan het komen dankzij een modernisering van de keldertechniek. Ook de aanplant krijgt meer aandacht dan voorheen. Om de warmte te ontlopen worden wijngaarden hier tot op zeer grote hoogte aanplant, met name op de flanken van het Troödosgebergte. De hoogste percelen liggen er op 1500 meter boven zeeniveau, hoger dan die in Zwitserland en daarmee een record voor Europa.

  • Duitsland wijnen - Unieke stijl
    Duitsland behoort om tal van redenen tot de klassieke wijnlanden. Het kan bogen op een rijke historie, eigen vinificatietradities en, dankzij zijn noordelijke ligging en het daarmee samenhangende koele klimaat, op een geheel eigen type wijnen.

    Kenmerkend voor de Duitse wijnbouw is het gebruik van 'eigen' druivenrassen, met voorop riesling. Mondiale soorten als chardonnay en cabernet sauvignon hebben er slechts in anekdotische mate voet aan de grond gekregen. Hoewel Duitsland in de eerste plaats als een land van stille witte wijnen bekend staat, produceert het een compleet gamma wijnen, inclusief rode - goed voor bijna 40% van het volume - en mousserende.

    Cool climate:
    De Duitse wijnbouw is een schoolvoorbeeld van cool climate viticulture. Om te beginnen is er de noordelijke ligging. Hoe verder oostwaarts de wijngaarden liggen, des te meer zijn ze blootgesteld aan de invloeden van een continentaal klimaat. Dit betekent een verhoudingsgewijs kort groeiseizoen en heeft dus consequenties voor de keuze van de druivensoorten. Globaal gesproken resulteert dat in wijnen met een relatief laag alcoholpercentage, een hoge zuurgraad en intense aroma's.

    Van doorslaggevend belang voor de rijpheid van het fruit is de ligging van de wijngaard. Die vraagt om beschutting tegen koude in het algemeen en nachtvorst in het bijzonder en optimale instraling van zonneschijn. Smalle, diepe rivierdalen bieden vaak de juiste klimatologische omstandigheden. De bekendste voorbeelden zijn het Rijn- en Moezeldal, maar ook Ahr, Nahe, Neckar en Main bieden zo'n omgeving. De mist van de rivieren draagt in het najaar bij tot de vorming van botrytis, alias Edelfäule. Aanwezigheid van een grote wateroppervlakte zorgt voor een extra gunstige, matigende invloed. Dit is het beste waar te nemen in de Rheingau, waar de Rijn heel breed is.

    Hellingwijngaarden:
    Typerend voor veel van de beste Duitse wijngaarden is een ligging op hellingen. Hierdoor vermindert het gevaar van nachtvorst en is er een betere instraling van de zon. Een tweede reden waarom de hellingwijngaarden (Hanglagen) vaak betere kwaliteit leveren dan die op vlak terrein is de bodemsamenstelling. Op de hellingen is die meestal arm maar rijk aan mineralen, terwijl de vlakke bodems vaak te rijk zijn. Maar pas op, het aantal uitzonderingen op deze regel is legio.

    De meest opvallende, en zo men wil meest ‘Duitse', bodem is die met leisteen (Schiefer), die een uitstekende ondergrond voor de riesling biedt. Het Duitse woord voor wijngaard is Weinberg. Dit is heel toepasselijk, aangezien wijngaarden van begin af aan op hellingen aangelegd werden. Gaat het om een steile helling, dan is dat een Steillage. Zulke wijngaarden bieden de beste resultaten in kwalitatief opzicht. Keerzijde is wel een dure exploitatie. Mechanisatie is slechts beperkt mogelijk en het onderhoud kostbaar. Goede Duitse wijn kan dus nooit goedkoop zijn.

    Riesling & Co.:
    Duitsland is een land van cépagewijnen, wijnen gemaakt van één enkel druivenras. Oude rassen zijn de riesling, Duitslands nationale trots, en de silvaner. Steeds populairder aan het worden zijn de grauburgunder (pinot gris) en de weissburgunder (pinot blanc). Van de vele kruisingen is de müller-thurgau (rivaner) de belangrijkste. In kwalitatief opzicht scoort vooral de kerner goed, terwijl bij de aromatische varianten de scheurebe genoemd moet worden.

    Rode wijnen maken ruim eenderde uit van de Duitse wijnproductie. De belangrijkste druif daarvoor is de spätburgunder (pinot noir), gevolgd door de succesvolle kruising dornfelder. Verder komen ook lemberger (blaufränkisch) en portugieser voor.

    Wetgeving en etikettering:
    De Duitse wijnwet onderscheidt twee hoofdcategorieën wijn, Tafelwein en Qualitätswein. Daarvan valt gemiddeld nog geen 5% onder de noemer Tafelwein en maar liefst 95% onder Qualitätswein! Qualitätswein is er in twee soorten:

    Qualitätswein:
    Afgekort als QbA en kortweg Qualitätswein genoemd. Gemeten naar volume verreweg de belangrijkste categorie. Het minimum mostgewicht - het suikergehalte van de druiven bij de pluk - moet overeenkomen met 7,5% natuurlijke alcohol. Chaptalisatie, verhoging van het alcoholgehalte door toevoeging van suiker bij de gisting, is toegestaan. QbA ondergaat een verplichte amtliche Prüfung (test van overheidswege) en mag alleen met een Amtliche Prüfungsnummer (A.P. Nummer) aangeboden worden.

    Prädikatswein:
    Tot 2007: Qualitätswein mit Prädikat, afgekort als QmP. Slaat in theorie op de beste Duitse wijnen, d.w.z. met de hoogste mostgewichten. De vereiste minimum mostgewichten verschillen per druivenras en per gebied! Uiteraard ondergaan ook deze wijnen een verplichte kwaliteitstest. De hoeveelheid Prädikatswein varieert sterk van jaar tot jaar. In slechte oogstjaren vormen ze minder dan 10% van het totaal, in uitzonderlijk rijpe jaren tot wel 80% of meer.

    Prädikate:
    De Prädikate zijn afgeleid van traditionele benamingen die ooit gebruikt werden om een bepaald kwaliteitstype wijn mee aan te duiden. Tegenwoordig definiëren ze primair mostgewichten en daarmee louter het potentiële alcoholgehalte. De vereiste mostgewichten variëren overigens per druivenras en per gebied. In oplopende volgorde gaat het om Kabinett, Spätlese, Auslese, Eiswein, Beerenauslese (BA) en Trockenbeerenauslese (TBA).

    De eventuele mate van zoetheid van de gerede wijn doet hier niet ter zake. Dat geldt met name voor Kabinett en Spätlese. Wijnen met deze predikaten kunnen zowel droog, halfdroog als zoet smaken!

    Eiswein wordt geperst uit druiven die in bevroren toestand geplukt zijn en die een zelfde mostgewicht als een Beerenauslese moeten hebben.

    Behalve de verplichte kwaliteitsaanduiding kan het etiket ook de smaakaanduidingen trocken (droog) of halbtrocken (halfdroog) vermelden. Trocken: maximaal 4 gr/l restsuiker, óf maximaal 9 gr/l wanneer de totale hoeveelheid zuren niet meer dan 2 gr/l lager ligt. In Franken is 4 gr/l de limiet. Halbtrocken: maximaal 18 gr/l restsuiker én niet meer dan 10 gr/l hoger dan de totale hoeveelheid zuren. Voor zoete wijnen bestaan geen limieten.

    Een oude term die tegenwoordig weer opduikt is feinherb. Hij slaat op wijnen die ook halbtrocken genoemd zouden kunnen worden.
    Anbaugebiete, Bereiche, Lagen

    Duitsland kent 13 herkomstgebieden (Anbaugebiete) voor kwaliteitswijnen. Ze variëren in oppervlakte van vele duidenden tot slechts een paar honderd hectare. Ze zijn onderverdeeld in Bereiche (districten). In Duitse herkomstbenamingen wordt veelvuldig gerefereerd aan Lagen. Het woord 'Lage' betekent letterlijk zo veel als 'ligging', c.q. plaats van de wijngaard. Een individuele wijngaard is een Einzellage. Daarvan zijn er in totaal 2600, die in principe allemaal genoemd mogen worden in combinatie met de naam van de gemeente waarin ze liggen. In de praktijk gebeurt dat gelukkig maar met een beperkt aantal.

    Vereenvoudiging van het etiket:
    Het Duitse systeem van herkomstbenamingen met vermelding van predikaten, verschillende gradaties in zoetheid en wijngaardnamen bleek in de praktijk nogal verwarrend. Het etiket van eenvoudige wijnen zag er in principe hetzelfde uit als dat van een topwijn. Om wat meer duidelijkheid te scheppen zijn van twee kanten zijn eenvoudiger alternatieven ontwikkeld:

    - Classic en Selection:
    Dit zijn twee nationale concepten, waarbij Classic staat voor 'harmonisch' droge wijnen gemaakt van traditionele druivenrassen. Ze moeten voldoen aan een aantal kwaliteitseisen, o.a. wat betreft mostgewicht. Op het etiket van deze per definitie droog smakende wijnen staan alleen de naam van het gebied, het druivenras en de vermelding Classic.

    Selection is eveneens bedoeld voor droge wijnen die aan strengere eisen voldoen en een rijker smaaktype opleveren. Bij Selection wordt de naam van de Lage wel op het etiket vermeld, omdat het om een bijzondere wijngaard gaat.

    - Erste Lage & Grosses Gewächs:
    De vereniging VDP, waarbij ongeveer 200 kwalitatief toonaangevende Duitse producenten aangesloten zijn, heeft voor zijn leden een systeem verplicht gesteld dat opgebouwd is als een piramide en verbonden is met een wijngaardclassificatie zoals ook de Elzas en de Bourgogne die kennen. Enkel nog de namen van geklasseerde wijngaarden mogen op het etiket gebruikt worden, met als neusje van de zalm de zogeheten Erste Lagen.

    Droge wijnen uit zulke topwijngaarden worden aangeduid als Grosse Gewächse. Ze moeten aan bijzonder hoge eisen voldoen en vormen de top van de kwaliteitspiramide. Uit een Erste Lage mogen eventueel ook edelzoete wijnen komen met predikaten als Spätlese, Auslese, Beerenauslese en Trockenbeerenauslese. Droog is echter de regel, zoet de uitzondering.

    Wijn van druiven uit niet-geclassificeerde wijngaarden worden enkel nog gebotteld onder de naam van de gemeente. Dit zijn de Ortsweine. Aan de basis van de piramide staan Gutsweine, met alleen de naam van het wijngoed.
    Duitse wijnbouwgebieden

    Rheinhessen:
    Rheinhessen is de grote driehoek tussen Bingen, Mainz en Worms. Het gebied bestaat grotendeels uit vlakke of licht glooiende wijngaarden, beplant met druiven die vooral gekozen zijn omwille van hun hoge productiviteit. Rheinhessen produceert echter steeds meer wijnen van zeer hoge kwaliteit.

    De beste Rieslings kwamen tot voor kort uit een smalle strook wijngaarden langs de Rijn, de Rheinterrasse met de Roter Hang. Dit is een lange helling langs de Rijn met een rode bodem. De belangrijkste gemeenten zijn hier, van noord naar zuid: Nackenheim, Nierstein en Oppenheim.

    Tegenwoordig komen de meest spectaculaire wijnen juist uit het ‘binnenland', bijvoorbeeld uit Westhofen, waar jonge producenten voor een ware kwaliteitsrevolutie gezorgd hebben

    Een tweede specialiteit van Rheinhessen, vooral uit het kwalitatief sterk opkomende zuiden van de streek, is Silvaner. Een 'rode enclave' binnen Rheinhessen is te vinden bij Ingelheim en Bingen.

    Pfalz:
    Op één na grootste wijnbouwgebied van Duitsland, grenzend aan Rheinhessen in het noorden en de Elzas in het zuiden. De streek heeft zich positief ontwikkeld van bulkwijnleverancier tot producent van kwaliteitswijnen. De wijngaarden liggen op zacht glooiend terrein in een smal maar lang lint van 80 bij 10 kilometer.

    Het kerngebied van de Pfalz is de Mittelhaardt. Dit heeft een overwegend zandige leembodem en omvat magnifieke wijngaarden in dorpen als Kallstadt, Ungstein, Bad Dürkheim, Wachenheim, Forst, Deidesheim, Ruppertsberg en Mussbach. Het klimaat is hier dusdanig mild dat er amandel- en vijgenbomen groeien. Riesling is de belangrijkste druif en geeft wijnen die voller zijn en minder zuren hebben dan die uit gebieden als Mosel of Rheingau.

    De afgelopen jaren heeft de Südpfalz (Südliche Weinstrasse) een spectaculaire ontwikkeling doorgemaakt. Behalve met riesling gebeurde dat met rode wijnen op basis van spätburgunder. Ze behoren tot de beste van heel Duitsland.

    Baden:
    Baden is de naam voor een groep verspreid liggende gebiedjes van het Frankenland tot aan de Bodensee. Het zwaartepunt ligt langs de Rijn tussen Baden-Baden en Freiburg. De wijngaarden worden in het oosten beschut door het Zwarte Woud. In het westen vormen de Vogezen een barrière tegen vochtige lucht van de Atlantische Oceaan.

    De Ortenau bij Offenburg en de Kaiserstuhl bij Freiburg gelden als de beste deelgebieden. De Ortenau (rond Durbach) produceert zowel witte als rode wijn, resp. van riesling en spätburgunder. Goede dorpen rond de oude vulkaan Kaiserstuhl zijn o.a. Achkarren, Ihringen, Oberrotweil en Vogtsburg. De wijngaarden liggen hier op terrassen en produceren de krachtigste wijnen van heel Duitsland. Burgundersoorten (pinots) hebben er een groot aandeel in de aanplant, met een glansrol voor spätburgunder.

    Een eigenaardigheid van Baden is de grote rol van coöperaties. Ze nemen ongeveer driekwart van de productie voor hun rekening.

    Mosel:
    Tot 2007 bekend onder de naam Mosel-Saar-Ruwer. Langgerekt gebied langs de Moezel, van het drielandenpunt met Frankrijk en Luxemburg tot aan de monding in de Rijn in Koblenz. Het is het oudste wijnbouwgebied van Duitsland en dankt zijn reputatie aan uiterst verfijnde Rieslings met een markante minerale leisteentoets. De meeste wijnen worden hier gevinifieerd met wat restzoet, hoewel droog in opkomst is. Het gebied is onderverdeeld in vier Bereiche, met Saar-Ruwer en Mittelmosel als de belangrijkste.

    Saar-Ruwer is genoemd naar twee zijrivieren van de Moezel, respectievelijk ten zuiden en ten noordoosten van Trier. In beide gevallen is de riesling veruit de belangrijkste druif. Ondanks de kleine afstanden zijn de stijlverschillen tussen de wijnen onderling en met die van de Mittelmosel vrij groot. Saarwijnen zijn de meest gereserveerde van alle Moezelwijnen. Dit heeft te maken met het koele klimaat. Het Saardal ligt weliswaar zuidelijker dan de Mittelmosel, maar het is rechter en breder dan dat van de Moezel. Daardoor is er minder beschutting tegen koude winden. Door de koude is het aan de Saar betrekkelijk eenvoudig om Eiswein te produceren. De normaal geoogste wijnen hebben behalve een markante zuurgraad ook een sterk minerale component van de leisteenbodem. Ook Ruwerwijnen beschikken meestal over een vrij hoge zuurgraad, maar dan wel met een expressief aroma en finesse.

    De Mittelmosel loopt van Trier tot Zell en is het herkomstdistrict van de klassieke Moezelriesling. De rivier slingert zich hier door een nauw dal met steile leisteenhellingen. Gemeenschappelijk kenmerk van de wijnen uit dit deel van de Moezel is een bloemig aroma en een zekere Spritzigkeit. Tegelijk vertonen ze subtiele maar onmiskenbare nuances van dorp tot dorp en van Lage tot Lage. Bekende dorpen zijn, van zuid naar noord, Klüsserath, Leiwen, Trittenheim, Piesport, Brauneberg, Bernkastel-Kues, Graach, Wehlen, Zeltingen, Ürzig, Erden en Traben-Trarbach.

    Een vrij klein, maar kwalitatief uitstekend terroir is de Terrasenmosel bij Winningen, onder de rook van Koblenz. Zoals de naam aangeeft, liggen de wijngaarden hier in terrasvorm op zeer steile leisteenhellingen, waar ze genieten ze van een ongewoon warm microklimaat.

    Württemberg:
    Ondanks een grote productie is Württembergse wijn buiten de eigen regio nauwelijks bekend. De voornaamste reden daarvoor is dat de Schwaben - de lokale bevolking - het meeste zelf consumeren. Veel daarvan is (licht) rood en van bescheiden kwaliteit. Niettemin produceert Württemberg ook wijnen van zeer goede kwaliteit, rode met vatlagering en stevige Rieslings. De wijngaarden bevinden zich in het dal van de Neckar en in dalen van zijrivieren. Enkele ervan liggen binnen de bebouwing van de hoofdstad Stuttgart.

    Franken:
    Oostelijk, landinwaarts gelegen gebied met een uitgesproken continentaal klimaat. In verband met de winterkou en het vorstgevaar is een goede ligging van de wijngaarden van groot belang. In meerderheid liggen ze in de omgeving van Würzburg op hellingen langs de Main en in mindere mate op uitlopers van het Steigerwald.

    Franken is, op een paar glorieuze uitzonderingen na, te koud voor de riesling, wat de ruime aanplant van rieslingkruisingen verklaart. Van de oude soorten is wel de silvaner prominent aanwezig.

    Eersterangs gemeenten langs de Main zijn Würzburg (met de beroemde Stein wijngaard), Randersacker, Sommerhausen en Escherndorf. In het Steigerwald zijn dat Rödelsee, Iphofen en Castell. Frankenwijnen worden gebotteld in een eigen model fles, de Bocksbeutel.

    Nahe:
    Genoemd naar een zijriviertje van de Rijn met verspreid liggende wijngaarden. Het kerngebied is te vinden langs de oevers van de Nahe zelf in de omgeving van Bad Kreuznach. Wijngaarden liggen daar goed beschut en profiteren van een droge en relatief warme omgeving. Kenmerkend voor de Nahe is een extreem gevarieerde bodemgesteldheid. Als gevolg daarvan is er ook de nodige variatie in wijnstijlen. Toch kan van Nahewijnen in het algemeen gezegd worden dat ze vrij vol van structuur zijn.

    Eersteklas gemeenten in de Obere Nahe zijn: Schlossböckelheim, Oberhausen, Niederhausen, Norheim en Traisen. Stroomafwaarts van Bad Kreuznach strekt zich de Untere Nahe uit met dorpen als Langenlonsheim, Laubenheim, Dorsheim en Münster-Sarmsheim.

    Rheingau:
    Samen met de Moezel is dit een van de twee referentiegebieden voor Duitse wijn, en wel voor het oertype Rijnwijn. De Rheingau is een compact, aaneengesloten wijngebied met aristocratische allure. Het ligt ingeklemd tussen het Taunusgebergte en de Rijn. De nabijheid van de Rijn, die hier bij wijze van uitzondering van oost naar west stroomt en breed is, is van grote invloed op het klimaat. Vrijwel alle wijngaarden liggen op glooiende hellingen met gezicht op de rivier.

    De riesling geeft in de Rheingau extractrijke wijnen die krachtiger en wat droger zijn dan die van de Moezel. Ze rijpen in de regel uitstekend. Behalve met Riesling profileert de Rheingau zich ook met uitstekende Spätburgunder. Het dorp Assmannshausen is daar zelfs in gespecialiseerd.

    De belangrijkste gemeenten van noord naar zuid zijn verder: Rüdesheim, Geisenheim (vestigingsplaats van de beroemde wijnbouwhogeschool, Johannisberg, Winkel, Oestrich, Hallgarten, Hattenheim, Erbach, Eltville, Kiedrich, Rauenthal, Walluf en Hochheim. Hoewel Hochheim niet aan Rijn ligt maar aan de Main, heeft een verbastering van de naam gezorgd voor de Engelse benaming van Rijnwijn: hock.

    Mittelrhein:
    De Mittelrhein ligt ten noorden van de Rheingau, in het Rijndal en zijdalen daarvan tussen Bonn en Bingen. Hoewel het landschap van de Mittelrhein - met de Loreley - heel bekend is, kan dat van de wijnen niet gezegd worden. Niettemin is het kwaliteitspotentieel hier groot, vooral voor Rieslings. De omstandigheden zijn enigszins vergelijkbaar met die van de Moezel. Het smalle, diep uitgesneden Rijndal beschut de wijngaarden tegen wind en koude en biedt steile hellingen met goede bezonning. De beste wijngaarden van de Mittelrhein zijn te vinden in Bacharach. De wijnen zijn in de regel wat lichter dan die uit de Rheingau en gaan meer in de richting van de Moezel.

    Saale-Unstrut:
    Dit gebied is genoemd naar twee riviertjes in Sachsen-Anhalt. Het ligt ten zuidwesten van de stad Halle, in de omgeving van plaatsen als Naumburg en Freyburg. Het is het noordelijkste wijngebied van Duitsland en heeft dus een gemiddeld lage temperatuur. In verband hiermee zijn de wijngaarden aangelegd op zuidelijk gelegen hellingen in rivierdalen. Daar heerst een relatief gunstig klimaat voor vroeg rijpende druivensoorten als müller-thurgau en silvaner.

    Ahr:
    Noordelijk gelegen wijnbouwgebied, even ten zuiden van Bonn. Merkwaardig genoeg is de Ahr gespecialiseerd in rode wijnen, hoofdzakelijk van spätburgunder. Steeds vaker zijn dat diepgekleurde, gestructureerde wijnen, veelal met vatrijping. De reden waarom de Ahr ondanks een zo noordelijke ligging toch rode wijnen kan produceren is een bijzondere combinatie van bodem en klimaat. Het Ahrdal heeft een uitermate beschutte ligging en heeft vooral in het middendeel zeer steile hellingen met vulkanische en leisteenbodems die de warmte goed vasthouden.

    Hessische Bergstrasse:
    Overgangsgebiedje tussen de Rheingau en Baden, met als voornaamste dorpen Bensheim en Heppenheim. De ligging tussen de Rijn in het westen en het Odenwald in het oosten zorgt hier voor een uitstekend klimaat met relatief veel zon en een vroeg begin van het voorjaar. Hierdoor gedijt er niet alleen de amandelboom maar ook de riesling.

    Sachsen:
    Het kleinste en meest oostelijke van alle Duitse wijnbouwgebieden. De wijngaarden liggen op de steile hellingen langs de oevers van de Elbe bij Dresden. Evenals in Saale-Unstrut is een goede ligging van de wijngaarden een absolute noodzaak. Het klimaat is hier namelijk continentaal met nogal wat risico op nachtvorst in het voorjaar.

  • Frankrijk wijnen - La Grande Nation
    Frankrijk is, alle concurrentie ten spijt, nog steeds het meest toonaangevende wijnland in de wereld. Het is een land met een werkelijk unieke veelzijdigheid dat tal van wijnen heeft voortgebracht die als voorbeelden dien(d)en voor de rest van de wereld: Bordeaux, Bourgogne, Champagne, Rhône...

    Terroir:
    De wijnbouw werd in Frankrijk geïntroduceerd door Griekse kolonisten. Dat gebeurde rond 600 voor Christus, in de omgeving van het huidige Marseille. Geleidelijk aan zou de wijnstok zich over heel Gallië verspreiden, vrijwel altijd de loop van rivieren volgend.

    Door eeuwenlange ervaring hebben de Fransen ontdekt welke druivenrassen het het best in welke omgeving deden. Ze hebben daar een mooie term bij bedacht: terroir. Terroir omvat zowel bodem, klimaat als ligging plus de invloed van het menselijk handelen. Het zou het voornaamste kenmerk moeten zijn van traditionele Franse wijnen. Vandaar dat vermelding van druivenrassen zo vaak achterwege blijft.

    In geologisch opzicht is Frankrijk uitzonderlijk rijk bedeeld. Het kent alle denkbare soorten bodems en bodemsamenstellingen. In klimatologisch opzicht staat een groot deel van het land onder invloed de Atlantische Oceaan. Dat betekent een gematigd temperatuurverloop met de nodige neerslag. Alleen langs de kust van de Middellandse Zee en in het zuidelijke Rhônedal is er sprake van een uitgesproken mediterraan klimaat.

    Etiketten:
    Frankrijk heeft als eerste land een systeem van gecontroleerde herkomstbenamingen ingevoerd. In 1935 werd de wet op de appellations d'origine contrôlée (AOC) van kracht. AOC's definiëren de begrenzing van een herkomstgebied en de manier waarop de wijn gemaakt moet worden. Daarvoor beroept men zich graag op tradities. Het nadeel daarvan is dat er maar weinig ruimte is voor experimenten. Ook is een AOC niet noodzakelijkerwijs een garantie voor kwaliteit. Frankrijk telt ruim 400 verschillende AOC's, in oppervlakte variërend van een postzegeltje tot gebieden van tienduizenden hectaren.

    Frankrijk kent daarnaast nog een aantal andere herkomstbenamingen:
    Vin de Table voor wijnen van uiterst eenvoudige kwaliteit.
    Vin de Pays voor wijnen met gedefinieerde herkomst. Kan zowel slaan op traditionele wijnen die samengesteld worden uit diverse druivenrassen als op cépagewijnen. Verreweg de bekendste is de Vin de Pays d'Oc.
    Vin Délimité de Qualité Supérieure (VDQS) is een sterk in belang afgenomen 'overgangsstatus' voor wijnen tussen Vin de Pays en AOC. De meeste kandidaten zijn inmiddels namelijk tot AOC gepromoveerd.

    Crus:
    In diverse Franse streken kun je in een of andere vorm de term ‘cru' op het etiket tegenkomen. De betekenis daarvan verschilt van regio tot regio.

    In de Bourgogne en in de Elzas slaat de benaming ‘grand cru' op wijngaarden met een (op papier) bijzonder kwaliteitspotentieel c.q. terroir. Premiers crus in de Bourgogne staan een trapje onder de grands crus. Grands Crus worden louter vermeld onder eigen naam, premiers crus altijd na de gemeentenaam.

    In Bordaux liggen de zaken totaal anders. In Saint-Emilion slaat ‘grand cru' op een zo groot deel van de appellation, dat er maar weinig waarde aan te hechten valt. Anders ligt dat dan weer met de classificatie ‘grand cru classé', die op de wijn van individuele bedrijven van toepassing is.

    Crus classés en classificaties van châteaux zijn in Bordeaux verder te vinden in Pessac-Léognan (Graves), Saint-Emilion, Sauternes en niet te vergeten in de Médoc met zijbefaamde Classement met een onderverdeling in vijf klassen. Dat is sinds 1855 slechts één keer aangepast. In 1973 promoveerde Mouton-Rothschild van 2e tot 1e cru.

    Onder de crus classés van de Médoc komen de crus bourgeois, die op hun beurt onderverdeeld waren in drie categorieën. Juridische problemen met het geactualiseerde klassement uit 2003 hebben in 2007 geleid tot een impasse en zelfs een (tijdelijk) verbod op het gebruik van de benaming. Wordt vervolgd.

    In de Champagne heeft men weer een andere interpretatie van de begrippen grand en premier Cru. Daar slaan ze op de kwaliteit van de druiven uit een bepaald dorp.

    In de Beaujolais tenslotte zijn er tien crus zonder verdere toevoeging. Dat zijn appellations die op een gemeente of combinatie van gemeentes slaan.
    Franse wijnbouwgebieden

    Alsace:
    Alsace, in het Nederlands Elzas, is Frankrijk op z'n Duits. Of Duitsland op zijn Frans. Het is een schilderachtig, smal en lang gerekt wijngebied aan de voet van de Vogezen. De schilderachtige Route du Vin - de oudste wijnroute van Frankrijk - voert van Marlenhem in het noorden tot Thann in het zuiden. Het noordelijke deel van de Elzas ligt in het departement Bas-Rhin, het centrale en zuidelijke in Haut-Rhin. Daar lig ook de wijnhoofdstad Colmar.

    Ook nu het deel uitmaakt van Frankrijk, onderscheidt de Elzas zich in menig opzicht van de andere Franse wijngebieden. Neem bijvoorbeeld de aanplant van de wijngaard met o.a. riesling en de manier waarop die druiven verwerkt en de wijnen geëtiketteerd worden. De hele streek valt onder slechts een enkele appellation, maar anders dan elders in Frankrijk staan de namen van de druivenrassen in grote letters op het etiket.

    Bovendien hebben heel wat Elzaswijnen ondanks hun droge imago behoorlijk wat restsuiker, waardoor ze allesbehalve droog smaken.

    De Elzas ligt vrij noordelijk maar wordt goed beschut door de Vogezen. Een ander voordeel is het grote aantal uren zonneschijn. Daardoor rijpen de druiven in de regel goed, zij het laat. Behalve de al genoemde soorten staan sylvaner, pinot blanc, auxerrois, pinot gris, muscat, gewürztraminer - in de Elzas overigens gespeld zonder umlaut! - en pinot noir aangeplant. In zeer goede jaren gebruiken de Elzassers overrijpe, laat geplukte druiven voor het maken van rijke Vendanges Tardives. Als de natuur nog meer meewerkt en er ook botrytis optreedt, dan kan dat zelfs leiden tot een superrijke Sélection de Grains Nobles.

    Champagne:
    La Champagne is het meest noordelijke wijngebied van Frankrijk. Met zijn koele klimaat en kalkrijke krijtbodem heeft het de ideale omstandigheden voor de productie van 's werelds beroemdste mousserende wijn, le Champagne. Voor stille wijnen is het hier eigenlijk al te koud, al was de faam van de streek daar ooit juist wel op gebaseerd. Rode zelfs!

    Tijdens de prise de mousse (belletjesvorming) rusten de flessen in koele kelders, omdat een koele, constante temperatuur dan zeer belangrijk is. Onder steden als Reims en Epernay liggen gangenstelsels van vele tientallen kilometers. Ze zijn een bezienswaardigheid van de eerste orde. Men kon ze vrij gemakkelijk uithouwen in dezelfde krijtbodem die zo'n goede ondergrond aan de wijngaarden biedt. Een eerste aanzet daartoe kwam al van de Romeinen, die het gesteente als bouwmateriaal gebruikten.

    Champagnes paren een hoge zuurgraad aan aromatische verfijning en complexiteit. Ze komen van drie druivenrassen: chardonnay, pinot noir en pinot meunier. Meestal worden die gemengd, behalve in de Côte des Blancs. In dat district gebruikt men alleen chardonnay, voor wijnen van het type Blanc de Blancs. In de Montagne de Reims is pinot juist weer sterk vertegenwoordigd, die voor een wat zwaardere stijl wijn zorgt.

    De meeste champagnes zijn assemblages van diverse stille basiswijnen van diverse jaargangen. Hierdoor kan jaar in jaar uit een gelijkmatige kwaliteit geproduceerd worden. Alleen van zeer goede oogstjaren produceert men Vintages of Millésimés. Anders dan een eeuw geleden wordt de overgrote meerderheid van de champagnes als het droge type Brut op de markt gebracht, met maximaal 15 gram restsuiker per liter. Toevoeging van wat suiker in de dosage bij de botteling is nodig om de hoge zuurgraad wat af te ronden.

    Champagne heeft model gestaan voor mousserende wijnen over de hele wereld. Producenten daarvan refereerden graag aan de méthode champenoise, ook in Frankrijk zelf. Nadat het gebruik van die term verboden werd, is als alternatief de benaming crémant ingevoerd. Belangrijke gebieden daarvoor zijn o.a. Alsace, Loire, Bourgogne en Limoux.

    Loire:
    Het Loiredal vormt het hart van Frankrijk. Het heeft als toepasselijke bijnaam 'Jardin de la France', Tuin van Frankrijk. Behalve om zijn vele imposante kastelen is de Loire ook bekend om zijn wijnen. Die zijn in hoofdzaak wit en komen uit vier gebieden. Van west naar oost zijn dat: Muscadet, Anjou-Saumur, Touraine en Centre.

    In de Muscadet draait alles rond de melon de Bourgogne. Men laat de strakke droge wijn daarvan vaak na gisting op zijn gistbezinksel in de tank liggen tot aan de botteling. Die lagering sur lie laat hem lichtjes parelen.

    Anjou telt veel wijngaarden met chenin blanc, de meest typische druif van de Loire. Het aardige is dat die zowel beendroge als rijke zoete wijn kan produceren. Zie wat dat laatste betreft Coteaux du Layon. Anjou is ook een gebied voor rood, vooral van cabernet franc.

    In Saumur is het beeld vergelijkbaar, met Saumur-Champigny als AOC voor uitstekende rode. Saumur is echter vooral bekend als stad waar veel mousserende wijn vandaan komt, Saumur Brut of Crémant de Loire.

    Touraine biedt voor elk wat wils. Rode in Bourgueil en Chinon, droge witte van sauvignon blanc en lang rijpende (half)zoete cheninwijnen in Vouvray en Montlouis. Wat ze allemaal delen is hun frisse, levendige karakter.

    Verder het binnenland in is het vooral sauvignon blanc wat de klok slaat. Sauvignon met een uitgesproken mineraal accent, wel te verstaan. Deze wijnen komen uit appellations als Sancerre, Pouilly-Fumé en Menetou-Salon. Over referentiewijnen gesproken!

    Bordeaux:
    Bordeaux is 's werelds beroemdste gebied voor rode wijnen en misschien wel voor wijn in het algemeen. Het is groot - met meer wijngaarden dan in heel Duitsland of Zuid-Afrika te vinden zijn - en heeft grandeur. Grootse wijnen komen er van châteaux die meer op kastelen dan op boerderijen lijken, met vatenkelders waar strak geordende rijen barriques met honderden tegelijk in bijna gewijde stilte liggen te rijpen. Trefwoord: stijl.

    Kenmerkend voor Bordeaux is de assemblage. Dit wil zeggen dat de wijnen uit twee of meer druivenrassen worden samengesteld. Assembleren heeft als grote voordeel dat men wat speelruimte heeft bij het corrigeren van eventuele problemen in moeilijke jaren.

    Médoc & Graves:
    Rode Bordeaux van topchâteaux is de verzamelaarswijn bij uitstek. Zij hebben de status van cru classé, een bijna magische benaming. Dit soort wijnen komt vooral uit de gemeentes in de Haut-Médoc: Margaux, Saint-Julien, Pauillac en Saint-Estèphe. Handelsmerk van diezelfde Médoc zijn de dikke kiezellagen, arm en met een uitstekende drainage. Idem dito in Pessac-Léognan in de Graves, net even ten zuiden van de stad Bordeaux. Cabernet sauvignon is hier de smaakbepalende druif. Merlot en cabernet franc zijn de belangrijkste aanvullers.

    Libournais:
    Topwijnen komen eveneens uit de Libournais, de regio rond Libourne met appellations als Fronsac, Saint-Emilion, Pomerol en hun satellieten. Werkt men in Médoc en Graves meestal met cabernet sauvignon als belangrijkste component, in de Libournais domineert de merlot juist. Daardoor zijn die wijnen in de regel wat soepeler dan die uit de Médoc.

    Côtes:
    Bordeaux is veel, heel veel meer dan enkel grote namen. Het telt duizenden petits châteaux in zogenaamde 'tweederangs' appellations. Op papier althans, want heel wat van die bedrijven laten zien over hoeveel potentieel die appellations beschikken. Zie het betere werk uit Côtes de Bourg, Côtes de Blaye, Côtes de Francs, Côtes de Castillon, Premières Côtes de Bordeaux etc.

    Blanc:
    Bordeaux is ook veel meer dan rood alleen. Het produceert ook grote hoeveelheden witte wijn. Droog en zoet. De droge komt van sauvignon en sémillon, met als paradepaardjes de op hout vergiste crus uit Pessac-Léognan. Voor het iets minder prestigieuze, modern op staal gevinifieerde werk tekent Entre-deux-Mers.

    Zoete Bordeaux in ultieme vorm komt uit Sauternes en Barsac, een enclave in de Graves. De combinatie sémillon-botrytis resulteert daar in fantastisch rijke wijnen met als onbetwiste nummer 1 Château d'Yquem. Vloeibaar goud.

    Sud-Ouest:
    Sud-Ouest is de verzamelnaam voor een aantal grotere en kleinere gebieden in het achterland van Bordeaux. Met die stad hebben ze meestal een haat-liefdeverhouding gehad, en omgekeerd. Bordeaux heeft uiteindelijk de concurrentiestrijd gewonnen, waardoor de rest van de Sud-Ouest een beetje in het isolement raakte. Een geluk bij een ongeluk is dat daardoor lokale druivenrassen konden overleven. Dit deel van Frankrijk kent zodoende een rijkdom aan onalledaagse druivenrassen.

    Onmiddellijk ten oosten van Bordeaux ligt Bergerac, een gebied met een eeuwenlange traditie en even lange rivaliteit met de grote buur. Het produceert wijn in alle stijlen die sterk aan Bordeaux doen denken. Bijzondere appellations zijn daar Montravel voor wit, Pécharmant voor rood en Monbazillac voor zoet.

    Verder weg van Bordeaux liggen onder meer Gaillac, nog zo'n gebied dat van alle markten thuis is, en Cahors. Cahors is de bakermat van de malbec, die op zijn best krachtige wijnen met de nodige tannines geeft.

    Voor Madiran geldt dat al net zo. De naam van het druivenras tannat doet misschien al wat vermoeden. Zo'n wijn die letterlijk getemd moet worden.

    Bij de witte wijnen valt de aromatische Jurançon met zijn markante zuren op. Hij wordt gemaakt in droge én zoete uitvoering. Uit het Armagnacgebied komen behalve het gelijknamige distillaat ook frisse witte Vins de Pays de Gascogne.

    Bourgogne:
    De Bourgogne is wellicht het meest traditionele gebied van Frankrijk. Het is kleinschaliger dan bijvoorbeeld Bordeaux. Grote châteaux zoek je er tevergeefs; het is meer een streek van kleine domaines. Ook de wijnen zijn er anders. Assembleren van verschillende druivenrassen is er hier niet bij.

    Wijn maken is in de Bourgogne het tot uitdrukking brengen van subtiele variaties op een vast thema: terroir. Voor rood gebeurt dat met de pinot noir, voor wit met de chardonnay. De nuances verschillen van district tot district, van gemeente tot gemeente, en van wijngaard tot wijngaard.

    Bovendien kent de Bourgogne een extreem versplinterd grondbezit. Een wijngaard heeft soms wel tientallen verschillende eigenaars die ieder hun eigen stijl wijn maken. Gecompliceerd en intrigerend tegelijk.

    De Bourgogne is van noord naar zuid onderverdeeld in een aantal districten met eigen karakteristieken: Chablis, Côte de Nuits en Côte de Beaune - samen de Côte d'Or, Côte Chalonnaise en Mâconnais.

    Chablis is het meest noordelijke van alle districten. Het ligt tegenwoordig geïsoleerd van de rest van de Bourgogne, op de grens van waar wijnbouw nog net mogelijk is. Evenals in de Champagne is de kalkbodem hier verantwoordelijk voor het minerale karakter van de wijnen. Die komen allemaal van de chardonnay. De beste wijngaarden van Chablis, grands crus en de top premiers crus, liggen op hellingen. Daar bestaat namelijk het minste risico op nachtvorst, een van de grote plagen in deze streek.

    Even ten zuiden van Dijon begint de Côte d'Or. Dit is het hart van de Bourgogne. Tot aan Beaune domineert de pinot noir, verder naar het zuiden wordt de chardonnay steeds belangrijker. Het klimaat is hier vrij koel en vochtig, maar vooral voor de pinot noir blijkt dat nu juist ideaal te zijn. De Côte de Nuits - de noordelijke helft van de Côte d'Or - is zelfs 's werelds beste gebied voor deze druif. Gemeentenamen klinken hier als een klok: Gevrey-Chambertin, Chambolle-Musigny, Morey-Saint-Denis, Vougeot, Vosne-Romanée, Nuits-Saint-Georges. Het tweede deel van die namen verwijst telkens naar een befaamde cru in de gemeente.

    De Côte de Beaune begint met Aloxe-Corton en telt verder gemeentes als Beaune, Pommard, Volnay, Meursault, Puligny-Montrachet en Chassagne-Montrachet. Die laatste drie vormen samen met Corton-Charlemagne het summum van chardonnaywijnen.

    Verder naar het zuiden ligt de Côte Chalonnaise (met gemeenteappellations als Rully, Givry, Mercurey en Montagny), ook weer met zowel wit als rood. Het laatste district is de Mâconnais, een groot gebied dat vooral bekend is om zijn witte wijnen. De betere komen uit een beperkt aantal dorpen, Villages. De toppers hebben eigen AOCs: Viré-Clessé, Pouilly-Fuissé en Saint-Véran.

    Beaujolais:
    Hoewel de Beaujolais eigenlijk tot de Bourgogne gerekend zou kunnen worden, is het als wijngebied volledig onafhankelijk daarvan. Wat de twee gemeen hebben is dat ze aan elkaar grenzen. Verder is de Beaujolais totaal anders. Het is het begin van het Zuiden en het is het land van de gamay, of liever: gamay noir à jus blanc. De van nature uitbundig groeiende gamay lijkt voorbestemd voor de arme granietbodems van de Beaujolais. Toch moet hij wel zeer dicht worden aangeplant om de groei in toom te houden.

    Beaujolais kent drie kwaliteitsniveaus. Aan de basis van de piramide staat de AOC Beaujolais. Een trap hoger staat Beaujolais Villages. De top tenslotte wordt gevormd door tien Crus, een soort gemeenteappellations: Brouilly, Côte de Brouilly, Chénas, Chiroubles, Fleurie, Juliénas, Morgon, Moulin à Vent, Régnié, Saint-Amour. Qua stijl vind je zowel lichtvoetige, elegante wijnen als geconcentreerde met rijpingspotentieel. Over het algemeen is Beaujolais echter geen wijn om lang te bewaren. Op zoek naar iets bijzonders? Wat dan te denken van een Beaujolais Blanc? Die wordt mondjesmaat geproduceerd in het noorden van de streek.

    Jura & Savoie:
    In het oosten van Frankrijk liggen een paar juweeltjes van wijngebieden met een weliswaar kleine productie maar o zo originele wijnen, zelfs voor Franse begrippen. Het gaat om de Jura en de Savoie.

    De Jura produceert zowel normale tafelwijnen (Arbois, Côtes du Jura) als de bijzondere vin jaune, de Franse tegenhanger van sherry.

    De Savoie heeft onalledaagse druiven als de roussette en jacquère (wit) en de mondeuse (rood). Zeer aanbevelenswaardig is hier de wijn uit Aprémont.

    Rhône:
    De Vallée du Rhône is een van Frankrijks oudste wijnbouwgebieden. Immers, de verspreiding van de wijnbouw verliep vanuit Marseille via dit dal noordwaarts. Grieken, Romeinen, de pausen in Avignon, ze hebben allemaal bijgedragen aan de ontwikkeling van een bloeiende wijncultuur.

    De Rhône is onder te verdelen in een noordelijk en een zuidelijk deel. De smalle vallei in het noorden met zijn steile hellingen is het domein van de syrah voor rood en van viognier, marsanne en rousanne voor wit. De grote namen zijn hier Hermitage (rood en wit), Côte-Rôtie, Cornas (beide rood) en Condrieu (wit). In alle gevallen zijn de beschikbare hoeveelheden wijn gering. Saint-Joseph en Crozes-Hermitage (beide rood en wit) produceren wat grotere hoeveelheden wijn.

    Heel anders en veel mediterraner is het zuidelijk deel van het Rhônedal. Het dal is hier breder, met op sommige plaatsen grote kiezels in de bodem. Dit is de streek van de grenache, die per definitie aanvulling krijgt van rassen als syrah en cinsault. De zuidelijke Rhône heeft vijf gemeenteappellations: Châteauneuf-du-Pape, Gigondas, Vacqueyras, Tavel en Lirac. De laatste twee zijn vooral bekend om hun rosé. Wijnen met de AOC Côtes du Rhône Villages bieden in de regel goede kwaliteit, vooral wanneer het gaat om Villages (dorpen) waarvan de naam op het etiket vermeld mag worden. Een voorbeeld daarvan is Cairanne.

    Languedoc & Roussillon:
    Wellicht de meest dynamische Franse regio van dit moment is de Languedoc. Ooit was dit de wijnschuur van Frankrijk, met als enige opdracht grote hoeveelheden voor een zo laag mogelijke prijs te produceren. Die tijd is voorbij. Nu geldt: minder maar beter. En nog steeds voor aantrekkelijke prijzen.

    In de Languedoc vind je min of meer 'traditionele' rode terroirwijnen in appellations als Coteaux du Languedoc, Fitou, Corbières, Minervois, Faugères en Saint-Chinian, op basis van o.a. carignan, grenache, cinsault en de sterk opkomende syrah. Anderzijds zijn er de moderne cépagewijnen onder de noemer Vin de Pays d'Oc.

    De Languedoc wordt op de voet gevolgd door de Roussillon met appellations als Côtes du Roussillon (Villages) en Collioure. Deze streek produceert behalve steeds betere droge wijnen ook een hele serie versterkte zoete wijnen, zogeheten vins doux naturels: Banyuls, Maury, Rivesaltes en Muscat de Rivesaltes.

    Provence & Corsica:
    De Provence is naar alle waarschijnlijkheid Frankrijks oudste wijngebied. Al rond 600 voor Christus werden hier de eerste druivenstokken geplant. Vandaag de dag is het vooral bekend om zijn rosé, maar het gebied produceert ook karaktervolle rode en witte wijnen die perfect aansluiten bij de mediterrane keuken.

    De meest aangeplante druivenrassen voor rosé en rood zijn grenache, syrah, cinsault, mourvèdre en de lokale soort tibouren. Behalve de algemene appellation Côtes de Provence kent het gebied nog een paar kleinere AOC's zoals Coteaux d'Aix-en-Provence, Les Baux de Provence en Bandol, en piepkleintjes als Palette, Bellet en Cassis.

    Het eiland Corsica is in alle opzichten een buitenbeentje. De traditionele druivensoorten op het eiland hebben meer gemeen met die op het buureiland Sardinië dan met die van de Provence. Italiaanse namen als niellucio en sciacarello zeggen wat betreft genoeg.

  • Georgië wijnen - Bakermat van de wijnbouw
    Georgië claimt het oudste wijnland ter wereld te zijn. Ongeveer 5000 jaar voor Christus zou aan de zuidkant van de Kaukasus de grondslag gelegd zijn voor de wijnbouw zoals we die nu kennen door veredeling en geleiding van de wilde wingerd. Ook werd hier het gebruik van ondergrondse amfora's geïntroduceerd voor de vergisting en opslag van wijnen.

    Lange tijd was de wijnbouw in Georgië enkel van regionaal belang. Dat veranderde toen het land ingelijfd werd bij het Russische tsarenrijk en later de Sovjetunie. Georgië werd toen een belangrijke leverancier voor ‘betere' wijnen aan de Russische markt. Dit bleef zo tot 2006, toen de Russen om politieke besloten tot een boycot van Georgische wijnen. Voor de Georgische wijnindustrie is dit een goede aanleiding om zich meer op het Westen te gaan oriënteren.

    Medio jaren 80 telde Georgië ongeveer 120 duizend hectare wijngaarden. Door tal van redenen, waaronder een burgeroorlog, is de aanplant echter met de helft afgenomen. Het potentieel voor goede wijnen is niettemin groot. Het komt er nu enkel op aan om dat om te zetten in hoogwaardige wijnen. Ook al voor de breuk met Rusland zijn initiatieven ontwikkeld om de kwaliteit te verbeteren en om internationaal te kunnen concurreren.

    Het zwaartepunt van de Georgische wijnbouw ligt in de oostelijke provincie Kachetië, die profiteert van een mild klimaat. Circa 70% van de totale productie komt hier vandaan. De wijnen worden gemaakt van louter inheemse druivenrassen en zijn in meerderheid wit. Grote troef zijn evenwel rode wijnen gemaakt van de saperavi.

  • Griekenland wijnen - Oude belofte ingelost
    Griekenland geldt zo'n beetje als de bakermat van de Europese wijnbouw. Van hier uit hebben de druif en de kunst van het wijnmaken zich geleidelijk aan verspreid langs de kusten van de Middellandse Zee. Naar Oenotria, het huidige Italië bijvoorbeeld. En naar Massilia, nu: Marseille, in Zuid Frankrijk.

    Toch had Griekenland tot voor kort geen al te grote faam als wijnland. Veel wijnen hadden te leiden onder gebrekkig wijnmaken. Gelukkig is de Griekse wijnbouw aan zijn lang verwachte tweede jeugd begonnen. Behalve ‘typisch' zijn de wijnen nu ook lekker!

    Met uitzondering van de onherbergzame delen zijn wijngaarden verspreid over heel Griekenland te vinden. Op het vasteland, op de Peloponnesus en op de vele eilanden. Om te hoge temperaturen te vermijden zijn veel van die wijngaarden aangelegd op hellingen. Dat is geen probleem, want Griekenland is een uitgesproken bergachtig land.

    De aanplant bestaat meestal uit traditionele druivenrassen die de wijnen een uitgesproken, heel eigen karakter geven. Mondiale soorten als cabernet en chardonnay hebben een vrij bescheiden aandeel. Dankzij toepassing van moderne kelderapparatuur produceert Griekenland tegenwoordig goede wijnen in alle typen. Vooral wit en rosé zijn hierdoor enorm verbeterd.

    Goede rode wijnen komen onder meer uit Macedonië in het noorden. Bekende wijnen zijn hier Naoussa, gemaakt van de xynomavro, en de Frans-Griekse Côtes de Meliton van het schiereiland Chalkidiki. Ook de moderne wijnen uit Drama in Thracië zijn, ondanks die naam, heel interessant.

    De bekendste wijn van de Peloponnesus is de rode Nemea van de agiorgitiko druif. Goede tweede is Patras, die qua stijl wel wat doet denken aan port.

    Voor aangename en tegelijk typisch Griekse witte wijnen moet je naar de eilanden. De specialiteit van het eiland Kephalonia is de Robola, een heerlijke viswijn. Op Santorini, het eiland met een bijna zwarte vulkaanbodem, gebruikt men dan weer de assyrtiko om een heel bijzondere, minerale wijn van te maken. Samos tenslotte heeft zich helemaal toegelegd op de productie van versterkte, zoete muskaatwijnen.

  • Hongarije wijnen - Bewogen geschiedenis
    Hongarije behoort tot de meest veelzijdige wijnlanden van Europa. Het produceert wijnen met een volstrekt eigen karakter. Al deze wijnen komen voort uit een rijke wijnbouwtraditie die teruggaat tot de tijd dat de Romeinen hier hun provincie Pannonia stichtten. Een traditie die invallen van de Mongolen in de 13e eeuw, de bezetting van een groot deel van het land door de Turken in de 16e en begin 17e eeuw, en, in het meer recente verleden, het verlies van grote gebieden aan buurlanden overleefde. In het midden van de 17e eeuw ontdekte men in Hongarije het hoe en waarom van het verschijnsel botrytis cinerea (edele rotting), de sleutel tot het latere succes van Tokaj.

    Evenals in de buurlanden had de nationalisatie van de wijnbouw na 1945 een buitengewoon ongunstig, nivellerend effect. De liberalisering van de economie sinds 1990 heeft echter gezorgd voor de komst van kapitaalkrachtige buitenlandse investeerders, onder wie enkele zeer gerenommeerde Franse en Spaanse producenten, en het ontstaan van individuele domeinen. Hongarije kreeg in 1997 een nieuwe wijnwetgeving die de nodige ruimte biedt voor experimenten. Het land profileert zich internationaal vooral met droge witte wijnen.
    Van witte honing tot grijze monnik

    Hongarije heeft goede klimatologische omstandigheden - gematigd continentaal - voor de productie van zowel uitgebalanceerde en aromatische witte als voldoende rijpe rode wijnen. Van de totale productie is ongeveer eenderde rood en tweederde wit. De aanplant van de Hongaarse wijngaarden, met een gezamenlijke oppervlakte van ongeveer 130.000 hectare, is buitengewoon gevarieerd.

    Opvallende inheemse witte druivensoorten zijn de furmint, de druif van Tokaj; de aromatische hárslevelû, letterlijk: lindenblad; de leányka, letterlijk: meisjesdruif; de mezesfehér letterlijk: witte honing; szûrkebarát letterlijk: grijze monnik, synoniem voor pinot gris. Karakteristieke rode soorten zijn onder meer kadarka, kékfrankos (= blaufränkisch) en kékoporto (= portugieser).
    Gebieden

    Hongarije telt ruim twintig individuele herkomstgebieden die wettelijk als zodanig erkend zijn en waarvan ongeveer de helft van meer dan lokale betekenis is. In de namen van wijnen komt achter de plaatsnaam de uitgang -i. Wijn uit bijvoorbeeld Villány wordt dus Villányi.

    In het westen van Hongarije is veel wijnbouw te vinden rond het Balatonmeer, dat een grote invloed heeft op het klimaat. Bekend zijn vooral de stevige witte wijnen zoals de Badacsonyi. Aan de grens met Oostenrijk, tegen de Neusiedlersee aan, ligt Sopron. De productie is er overwegend rood en sluit aan bij die in het aangrenzende Burgenland.

    In het zuiden, bij de stad Pécs, ligt Villány. Dankzij een uitstekende ligging van de wijngaarden en gunstige rijpingscondities heeft dat een groot potentieel voor rode wijnen.

    Ten noordoosten van Budapest, langs de grens met Slowakije, liggen achtereenvolgens Mátraalja (de heuvels van Mátra) bij Gyöngyös, het gebied rond Eger en Tokaj. Mátra produceert vooral witte wijnen, waarvan een deel specifiek voor export naar West Europa.

    Eger was en is bekend om z'n rode Stierenbloed, Egri Bikavér. Dit is een in buitenlandse markten zeer bekende blend en misschien wel de bekendste tafelwijn van heel Hongarije.
    Koninklijke Tokaji

    Tokaji, de wijn uit Tokaj, is het vlaggenschip van de Hongaarse wijnbouw en de enige werkelijk klassieke wijn van Centraal en Zuidoost Europa. De wijn heeft een volstrekt uniek aroma en een dito smaak met hoog extract, hoge zuren en verschillende gradaties in restzoet. Omdat de wijn geliefd was bij gekroonde hoofden in heel Europa kreeg hij als bijnaam vinum regum, rex vinorum, 'wijn van koningen, koning van de wijnen'.

    Een hoofdrol binnen de productie is weggelegd voor druiven die als aszú gekwalificeerd kunnen worden. Ze moeten minstens 20 gr/l suiker bevatten en bij voorkeur door botrytis zijn aangetast. Wanneer men aangetaste en gaaf gebleven druiven tegelijk plukt, is sprake van szamorodni, 'zoals het fruit komt'. De wijn ervan kan zowel droog als met restzoet geproduceerd worden. Tenslotte is er een derde type most die uitsluitend van gave druiven afkomstig is. De wijn daarvan vergist volledig droog en wordt ofwel als cépagewijn gebotteld ofwel voorbestemd als basiswijn voor het oertype Tokaj, Aszú genaamd. Hiervoor mengt men de basiswijn met een hoeveelheid zoete druivenpulp, gemaakt van de al eerder genoemde aszú-druiven De pulp komt uit emmertjes van 20 à 25 liter, puttonyos. Tokaji Aszú kan met 3, 4, 5 of 6 puttonyos aangeboden worden. Hoe hoger het aantal, des te zoeter en extractrijker de wijn.

  • Israël wijnen - Kosjere klasse
    sraël is slechts een bescheiden speler op het mondiale wijntoneel, maar wel een met de nodige historie. In de Bijbel wemelt het van de verwijzingen naar wijn, een overtuigend bewijs dat Israël een zeer oude wijntraditie kent. De moderne wijnbouw in het land dateert echter pas van het eind van de 19e eeuw. Interessant genoeg kwam de aanzet daartoe door een genereuze donatie van baron Edmond de Rothschild, de zoon van James de Rothschild die in 1868 Château Lafite had gekocht. Gelet op het warme klimaat koos men voor druivenrassen uit het Franse Zuiden.

    Lange tijd was de productie gericht op kosjere wijnen, geproduceerd volgens religieuze voorschriften. Deze wijnen kwamen weliswaar uit het Heilige Land, maar waren smaaktechnisch volstrekt oninteressant. Pas sinds een paar decennia wordt er ook serieuze wijn geproduceerd. Een andere impuls hiertoe is gekomen door opkomst van een seculiere middenklasse.

    Dankzij de bezetting van de Golan hoogvlakte in 1967 kreeg Israël er een relatief koel gebied bij met zeer gunstige condities voor het produceren van eersteklas wijnen. Galilea, ook vrij hoog gelegen, leent zich eveneens goed voor kwaliteitswijnen. De meest gangbare druivenrassen daarvoor zijn cabernet sauvignon, merlot, sauvignon, riesling en chardonnay. Vandaag de dag zijn er in Israël wijngaarden te vinden in vrijwel alle delen van het land, tot in de Negev woestijn aan toe.

  • Italië wijnen - Oenotria
    De Grieken noemden het Oenotria, Wijnland! Een toepasselijke naam voor wat nu (Zuid) Italië is. Italië is immers een wijnland bij uitstek. Groot, gevarieerd en tegelijk ook onbekend. Misschien komt dat omdat de Italianen hun creativiteit niet altijd in de juiste marketingbanen weten te leiden. Zie het enorme aantal wijnen en bijbehorende herkomstbenamingen. Anderzijds zou dit gegeven een uitdaging voor avontuurlijke wijnliefhebbers moeten zijn.

    En er is meer dat Italië uniek maakt. Geen enkel ander land kan zich er op beroemen dat het wijnbouw heeft in letterlijk alle gewesten. In Italië is dat van het hoge noorden tot in het diepe zuiden. Nog een detail: in het ontwerpen van hun etiketten laten de Italianen iedereen ver achter zich.

    Lokale tradities:
    Hoewel Italië een mediterraan land is, zorgt de verspreiding van wijnbouwgebieden over het hele land ervoor dat de druiven onder wisselende klimaatsomstandigheden groeien. Het noorden is in de regel wat koeler en natter dan het zuiden. Een belangrijke kwaliteitsfactor in dit verband is de ligging van de wijngaarden. Vooral in het warme zuiden geldt: hoe hoger hoe beter.

    Italië is eeuwen lang een land geweest van onafhankelijke regio's. Elk van die regio's ontwikkelde een eigen identiteit. In taal en gebruiken, in de keuken en in de wijnbouw. Tegelijk heeft Italië altijd open gestaan voor invloeden van buitenaf. Ook dat heeft zijn sporen achtergelaten in de wijngaarden. Al bij al kent het land een enorme veelheid aan inheemse en internationale druivenrassen.

    Van al die rassen verdienen er minstens twee een speciale vermelding: nebbiolo en sangiovese. De eerste gedijt alleen maar in Piemonte. De tweede is in grote delen van het land aangeplant, maar dankt zijn reputatie aan de vooral aan de grote wijnen uit Toscane. Beide geven rode wijnen van internationale allure.

    Een opvallend verschijnsel in delen van Noord Italië is de geleiding van de druivenranken langs pergola's. Deze geleidingswijze is ondanks zijn landschappelijke aantrekkelijkheid wel op de terugweg. Draadgeleiding geeft nu eenmaal een betere kwaliteit fruit.

    Op het gebied van vinificatietechnieken biedt Italië eveneens een grote variatie. Een van de meest in het oog springende gebruiken is het laten indrogen van al geplukte druiven. Deze techniek wordt toegepast voor zogeheten recioto en passito wijnen.

    Etikettering:
    Italië kent een duizelingwekkend aantal individuele wijnen en herkomstbenamingen. Ze zijn onder te verdelen in vier categorieën:
    - Vino da Tavola (VdT) - Benaming voor eenvoudige wijnen op basisniveau. Omvatte tot voor kort ook experimentele topwijnen, maar die zijn tegenwoordig meestal geklasseerd als IGT (zie hierna).
    - Indicazione Geografica Tipica (IGT) - Een soort tussencategorie voor experimentele wijnen die om de een of andere reden niet in aanmerking komen voor een traditionele DOC (zie hierna), bijvoorbeeld omdat men niet-traditionele druiven gebruikt of ongebruikelijke vinificatietechnieken toepast. Deze aanduiding zegt dus eigenlijk alleen iets over het herkomstgebied. IGT-wijnen evenaren regelmatig de kwaliteit van DOC-wijnen en gaan daar soms nog overheen.
    - Denominazione di Origine Controllata (DOC) - De klassieke Italiaanse herkomstbenaming, vergelijkbaar met de appellation contrôlée in Frankrijk en in sterke mate gebaseerd op tradities. Regels hebben betrekking op o.a. de begrenzing van de streek, toegestane druivensoorten, rendementen en productietechnieken.
    - Denominazione di Origine Controllata e Garantita (DOCG) - In theorie de eredivisie van Italië met strengere regels dan voor de 'gewone' DOC. De keuze van de gebieden laat echter ruimte voor enige twijfel.

    In combinatie met een streeknaam kom je regelmatig de term Classico tegen. Het gaat dan om het oorspronkelijke kerngebied van een DOC dat meestal ook de beste kwaliteit oplevert. Riserva slaat op wijnen van superieure kwaliteit met een verplichte rijpingsduur. Hoe lang hangt af van de afzonderlijke DOC(G)'s.
    Wijngebieden

    Noord Italië:
    Noord Italië omvat enkele zeer grote wijnregio's die behalve een groot volume ook gemeen hebben dat een groot deel van hun productie een herkomstbenaming voor kwaliteitswijnen draagt. Het gaat o.a. om Piemonte, Lombardia, Veneto en Friuli.

    Piemonte:
    Piemonte vormt samen met Toscane dé referentie voor Italië als wijnland. Het is een heuvelachtig gebied in het noordwesten, met als bekende plaatsen de truffelhoofdstad Alba en Asti. Piemonte kent een grote variatie aan wijnen, wat tot uitdrukking komt in de vele tientallen DOC's. Een vaak gebruikte, min of meer regionale herkomstbenaming voor cépagewijnen, waaronder de allergrootste, binnen de streek is Langhe.

    Piemonte staat voor alles te boek als de regio voor rode wijnen van de nebbiolo. De bekendste daarvan zijn Barolo en Barbaresco. Piemonte heeft echter nog heel veel meer te bieden.

    Wat makkelijker toegankelijke alternatieven voor de Nebbiolo's zijn wijnen als Barbera en Dolcetto. Deze wijnen zijn in de jaren 90 min of meer herontdekt en hebben sindsdien een dramatische stijging in kwaliteit te zien gegeven.

    Ook de minder bekende witte uit deze regio, zoals Gavi en Roero, zijn zeer de moeite waard. Een andere troef van Piemonte, en dan vooral van Asti, zijn mousserende wijnen zoals Spumante en de fruitige, lichtzoete Moscato.

    Lombardia:
    Lombardia (Lombardije) ligt wat betreft wijn in de schaduw van Piemonte, maar het produceert wel Italië's beste mousserende wijnen. Ze komen uit Franciacorta. Andere namen om te onthouden zijn die van Valtellina (rood), Oltrepo Pavese en Lugana (wit).

    Trentino & Südtirol / Alto Adige:
    Aan de voet van de Alpen liggen de gebieden Trentino en Südtirol/Alto Adige. Een veel geproduceerde wijn in dit deel van Italië is Pinot Grigio. Een rode specialiteit van Trentino is de Teroldego Rotaliano.

    Het oorspronkelijk Oostenrijkse en nog steeds overwegend Duitstalige Südtirol / Alto Adige kent een zeer groot aantal druivenrassen. Het merendeel komt als cépagewijn op de markt. Bij wit zijn dat o.a. Pinot Bianco, Sauvignon en Gewürztraminer (genoemd naar het dorpje Tramin), bij rood o.a. de streekspecialiteit Lagrein en Merlot.

    Veneto:
    Gemeten naar volume is Veneto de grootste Italiaanse regio voor DOC-wijnen. De Veneto strekt zich uit van het Gardameer tot voorbij Venetië en van de Alpen tot aan de Po. Het centrum van de Veneto is Verona, de officieuze wijnhoofdstad van heel Italië. Uit de omgeving van Verona komen enkele zeer bekende wijnen, zoals de witte Soave en Bianco di Custoza, evenals de rode Bardolino en Valpolicella. Van de Bardolino bestaat ook een smakelijke roséversie in de vorm van de chiaretto, van de Valpolicella een krachtige Amarone versie, een soort 'droge port'.

    Friuli - Venezia Giulia:
    Regio in het uiterste noordoosten, bekend om eersteklas witte wijnen, met voorop die uit Collio. Het zijn cépagewijnen die behoren tot de meest gezochte van heel Italië. Zeer goede Sauvignon. Andere specialiteiten zijn Friulano (de nieuwe naam voor de vroegere Tocai friulanano), Ribolla gialla en Picolit, de laatste voor zoete wijnen.

    Andere interessante DOC's zijn hier Isonzo en Grave del Friuli. Evenals in de Veneto produceert Friuli de nodige rode wijn van druiven als merlot en cabernets.

    Aosta & Liguria:
    Noord Italië omvat ook nog twee kleine wijngebieden waarvan de wijnen maar zelden in het buitenland te zien zijn. Het ene is de landschappelijk adembenemend mooie Ligurische kust bij Genua, waar op steile hellingen aan zee witte wijnen als Cinque Terre worden geproduceerd.

    In de Alpen ligt het overwegend Franstalige Valle d'Aosta / Valle d'Aoste met specialiteiten die grote overeenkomsten vertonen met die uit het aangrenzende valais in Zwitserland.
    Midden Italië

    Emilia-Romagna:
    Tussen de Po en Rome ligt het hart van Italië, met als bekendste gewest en tegelijk beroemdste wijngebied Toscane. Eerst komt echter Emilia-Romagna, een van de vruchtbaarste gebieden van Italië. Echt grote wijnen komen hier niet vandaan, wel een paar heel plezierige. Een daarvan is de droge, licht mousserende Lambrusco, de andere Sangiovese di Romagna.

    Toscana:
    Toscane is de streek die zich het meest leent voor clichés over landschap, wijn en cultuur. De meeste kloppen nog ook! Heuvels met cipressen, olijfbomen en wijngaarden. Prachtige oude steden en stadjes. De clichéwijn van de streek is Chianti en die wijn maakt zijn reputatie nog aardig waar ook. Chianti bestaat uit verschillende deelzones, waarvan de zone Classico terecht het beroemdst is. Hoofdbestanddeel van de Chianti is de sangiovese.

    Dezelfde druif is ook aangeplant in andere beroemde DOCG's in de omgeving: Brunello di Montalcino en Vino Nobile di Montepulciano. Beide wijnen ondergaan een vrij lange houtrijping; de eveneens aantrekkelijke versies zonder houtrijping zijn de Rosso di Montalcino en Rosso di Montepulciano. De derde DOCG in het rijtje is Carmignano.

    Nog een naam voor grote rode wijnen is Bolgheri. Deze DOC werd speciaal gecreëerd voor enkele experimentele maar prestigieuze wijnen die lange tijd buiten het 'systeem' vielen. Ter afsluiting van rood nog een DOCG voor een onvervalste sangiovesewijn: Morellino di Scansano.

    Hoewel rood de boventoon voert, produceert Toscane ook enkele interessante witte wijnen, zoals de DOCG Vernaccia di San Gimignano.

    Een heuse Toscaanse specialiteit is de Vin Santo. Deze wijn kan zowel droog als zoet smaken. Kenmerkend voor zijn smaak is een lange rijping in kleine vaatjes, waarbij de inwerking van zuurstof voor een aangenaam oxidatief karakter zorgt. Of je er koekjes in moet dopen is nog maar de vraag...
    Umbria

    Ten zuiden van Toscane ligt Umbrië. Het kan in menig opzicht met zijn beroemde buurgewest concurreren, zowel in landschappelijk als cultureel opzicht. Ook als het om wijn gaat, is dit een rijk bedeeld gewest. De bekendste wijn uit Umbrië is de witte Orvieto, maar wellicht toch interessanter zijn rode wijnen zoals Sagrantino di Montefalco en Torgiano.

    Marche, Abruzzo & Lazio:
    Het gewest Marche (De Marken) ligt aan de Adriatische Zee. De bekendste wijn daar vandaan is de witte Verdicchio, wellicht een van de beste 'viswijnen' uit het Middellandse Zeegebied. Uit dezelfde streek komen ook aantrekkelijke rode, resp. de Rosso Piceno en de Rosso Conero.

    Uit het aangrenzende, bergachtige gewest Abruzzo (Abruzzen) komt een aardige rode wijn van de montepulciano, de Montepulciano d'Abruzzo.

    In Lazio (Latium), de streek bij Rome, voeren neutrale witte wijnen de boventoon. Die met de meest opvallende naam is ongetwijfeld Est!Est!!Est!! di Montefiascone, de bekendste Frascati.

    Het Zuiden en de Eilanden:
    Het zuiden van Italië - het oorspronkelijke Oenotria! - was lange tijd leverancier van anonieme bulkwijnen maar begint zo zoetjes van zich te doen spreken met kwaliteitswijnen. Deze worden in de regel gemaakt van zeer originele, lokale druivenrassen, met o.a. greco en fiano voor wit, aglianico, negroamaro, gaglioppo en primitivo voor rood.

    Campania, Basilicata & Puglia:
    Direct ten zuidoosten van Napels ligt de Campania. Uit dit gebied kwam de beroemdste wijn uit de Oudheid, de Falerner. Diezelfde Campania heeft zich de afgelopen tijd sterk geprofileerd als gebied voor authentieke wijnen van hoge kwaliteit, zoals de rode DOCG-wijn Taurasi, een van de allerbeste uit het hele zuid. Ook de witte, zoals Fiano d'Avellino ... zijn zeer de moeite waard.

    Andere namen om op te letten voor rood zijn Aglianico del Vulture uit Basilicata en Salice Salentino uit de 'hak' van Puglia (Apulië). Verrassend wit komt ondermeer uit Locorotondo, eveneens in Apulië.

    Sardegna:
    Het eiland Sardinië is een wereld op zich zelf, net als het vlakbij liggende Corsica. Zeker qua wijn. Een blik op de indrukwekkend lange lijst van druivensoorten met veelal zeer exotisch aandoende druivensoorten zegt wat dat betreft genoeg. Ze zijn deels van Spaans-Catalaanse origine, deels inheems. De belangrijkste soort voor rood is de cannonau, die soms bijna portachtige wijnen kan produceren. Voor wit is dat de vermentino, in stijl variërend van vrij zwaar tot aangenaam fris.

    Sicilia:
    Sicilië is een ware gigant. Met een beplante oppervlakte van 200.000 hectare telt het bijna evenveel wijngaarden als heel Argentinië! En meer dan dat, Sicilië biedt ook wijnen die zich met de internationale top kunnen meten. Die wijnen komen meestal uit wijngaarden op relatief grote hoogte boven zeeniveau, dus met relatief gematigde temperaturen. Een tweede kwaliteitsfactor is toepassing van hoogst geavanceerde keldertechnieken. Aan beperkingen die aan DOC's verbonden zijn laat men zich weinig gelegen liggen. Wat telt is de smaak, ongeacht of die nu komt van chardonnay en cabernet of van goede lokale soorten, zoals inzolia en cataratto voor wit, en nero d'avola voor rood. Met Marsala tenslotte heeft Sicilië een oertraditionele versterkte wijn in huis.

  • Kroatië wijnen - Moeilijke namen, interessante wijnen
    Kroatië of Hrvatska is een vrij grote wijnproducent Niettemin zijn de Kroatische wijnen in het buitenland relatief onbekend. Toetreding tot de Europese Unie kan hier wellicht verandering in gaan brengen.

    Kroatië is onderverdeeld over twee duidelijk van elkaar gescheiden zones: Kontinentalna Hrvatska en Primorska Hrvatska. De eerste ligt in het noorden en noordoosten van het land, tussen de rivieren Drava en Sava. De wijngaarden strekken zich hier uit van de grens met Slovenië tot aan die met Servië en produceren hoofdzakelijk witte wijn van druiven als laski rizling (welschriesling), ook wel bekend als graševina.

    De tweede zone is te vinden in het zuiden en omvat zowel Istrië, de Dalmatische kust als de eilanden voor die kust. Hier ligt de nadruk juist op rode wijnen. Istrië is o.a. bekend om Teran, een wijn gemaakt van de Friulaanse druif refosco. Verder naar het zuiden duikt de inheemse plavac mali op, een druif die een nauwe verwantschap met de Californische zinfandel bijkt te hebben. Krachtige, alcoholrijke wijnen die hiervan gemaakt worden zijn Postup en Dingac.

  • Libanon wijnen - Klein mirakel
    Evenals buurland Israël is Libanon een wijnland van bescheiden omvang, maar wel een met de nodige historie. Het was het land van de Phoeniciërs, wier naam onlosmakelijk verbonden is met de verspreiding van wijnbouw in het Middellandse Zeegebied.

    Vandaag de dag bevinden de meeste Libanese wijngaarden zich in de brede Bekaa Vallei, op een hoogte van circa 1000 meter boven zeeniveau en omringd door bergen. Hierdoor zijn de nachten koel en rijpen de druiven niet te snel.

    De aanplant verraadt een sterke Franse invloed met zowel mediterrane druivenrassen (grenache, syrah, cinsault, carignan) als Bordeauxvariëteiten (cabernet sauvignon, merlot). Naast rode wijnen produceren Libanese wijnbedrijven ook interessante rosé.

  • Marokko wijnen - Terug van weggeweest
    Marokkanen zelf zijn geen wijndrinkers, maar hun land is wel de belangrijkste wijnproducent van de Mahgreb. Evenals in Algerije en Tunesië waren het Franse kolonialen (pieds noirs) die hier de wijnbouw op poten zetten. Dat gebeurde met het oog op productie van goedkope bulkwijnen. Om die reden werd veel carignan aangeplant, net als destijds in de Languedoc gebeurde. Nadat Marokko in 1956 zelfstandig werd, zakte de wijnbouw er helemaal in elkaar.

    Mede dankzij hernieuwde belangstelling vanuit Frankrijk is er nu weer sprake van een opleving in de Marokkaanse wijnbouw en worden betere druivenrassen aangeplant. Voorbeelden daarvan zijn ondermeer grenache en cinsault die zich goed thuis voelen in het warme, droge en winderige klimaat. De productie bestaat in hoofdzaak uit rode wijn en vin gris, een vorm van rosé.

    Marokko kent een systeem van appellations d'origine garanties, gebaseerd op het Franse model voor herkomstbenamingen. De beste regio's zijn te vinden bij Meknès en Berkane.

  • Mexico wijnen - Het andere Californië
    Mexico kent al bijna vijf eeuwen wijnbouw, vanaf het moment dat het door de Spanjaarden veroverd en gekoloniseerd werd. Tot voor kort stelde de Mexicaanse kwalitatief weinig voor, mede omdat er geen vraag naar was vanuit de bevolking. Ook in klimatologisch opzicht zijn er de nodige beperkingen.

    Niettemin is er binnen Mexico wel degelijk potentieel voor de productie van goede wijnen. Dat is vooral het geval in Baja California, in het uiterste noordwesten van het land. ‘Baja' is het zuidelijke uiteinde van het ‘grote' Californië in buurland VS. Hier is sprake van relatief koele omstandigheden.

    In toenemende mate produceert men hier goede rode wijnen op basis van Bordeauxrasen, Italiaanse druiven als barbera en nebbiolo, en zinfandel.

  • Nederland wijnen
    Tekst: Jan Oude Voshaar
    Wijnbouw is in Nederland sterk in opkomst, ook boven de grote rivieren. Tot 8 jaar geleden waren er alleen commerciële wijngaarden in Zuid Nederland. Deze gebruikten de klassieke druivenrassen Riesling, Müller Thurgau, Dornfelder, Auxerrois, Pinot Gris en Pinot Noir. De klassieke rassen hebben twee nadelen: ze zijn gevoelig voor meeldauw en ze rijpen zelfs in Limburg niet elk jaar goed af. Sinds enkele jaren zijn er nieuwe druivenrassen die weinig gevoelig zijn voor meeldauw. Verder rijpen ze drie weken eerder af dan de klassieke rassen. Met deze nieuwe rassen is de wijnbouwzone een paar honderd kilometer naar het noorden opgeschoven: de noordelijke wijnbouwgrens ligt niet meer bij Maastricht maar bij de Waddeneilanden.

    De nieuwe druivenrassen zijn ontstaan via kruisingen met de wilde Amerikaanse druif. Het doel was het inkruisen van meeldauwresistentie. De Amerikaanse druif bezit echter vroegrijpheid als neveneigenschap en die is ook meegekomen. Voor ons Hollanders is deze vroegrijpheid een belangrijk extraatje, want dat maakt de druiventeelt in heel Nederland mogelijk en zelfs op een milieuvriendelijke manier dan in de traditionele wijnlanden als bijv. Frankrijk. Daar worden de nieuwe rassen nog niet aangeplant omdat ze vanwege regels van de appellation controlée voorlopig niet worden toegelaten voor kwaliteitswijn. Andere redenen zijn de beschikbaarheid van meer gewasbeschermingsmiddelen en het feit dat buitenlandse consumenten sterk gehecht zijn aan de traditionele druivenrassen.

    In Nederland worden de nieuwe kansen, ontstaan door de nieuwe druivenrassen, wel onderkend en is sinds 2000 het aantal wijngaarden in Nederland sterk toegenomen, vooral in Zeeland en ten noorden van de grote rivieren. Ten onrechte wordt vaak de klimaatverandering als oorzaak van die groei gesuggereerd. Dat is niet zo, de oorzaak is de vroegrijpheid van de nieuwe rassen. Rassen als Cabernet Sauvignon (de beroemde Bordeauxdruif) zullen ook de komende decennia in Nederland onrendabel blijven omdat ze 9 van de 10 jaren niet goed rijpen.

    Wijngaard Wageningse Berg en Wijngaard de Agthuijsen in Zuidland zijn al meer dan 10 jaar geleden begonnen met het uittesten van alle vroegrijpe meeldauwtolerante druivenrassen. Van de blauwe rassen bleken Regent en Rondo de beste, bij de witte rassen zijn dat Johnniter, Merzling en Solaris. Rondo en Solaris zijn zelfs 4 weken eerder rijp dan de klassieke rassen blijken ook in Duitsland en Zuid Zwitserland te rijpen. Over één à twee jaar komen weer nieuwe kruissingen uit Duitsland en Zwitserland beschikbaar die nog beter zijn. Meeldauwtolerante rassen als bijv. Cabernet Cortis en VB 91-26-5 (krijgt binnenkort de definitieve naam, vermoedelijk Cabernet Colonjes) die smaken als Cabernet Sauvignon en in Nederland goed afrijpen. Verder zijn er rassen op komst als Pinotin die smaakt als Pinot Noir, VB 32-7 die smaakt als Sauvignon Blanc, etc. De toekomst wordt dus nog interessanter.

    Bijna heel Nederland is geschikt voor wijnbouw. Door de juiste onderstam te kiezen zijn bijna alle bodems geschikt. Alleen veenbodems (te zuur) en natte gronden zijn ongeschikt. Zand, zwavel en mergelgronden doen het goed maar ook kleigronden gaan goed mits de klei niet te zwaar is. Hollandse polderwijn dus. En het hoeft niet een dun waterig wijntje te zijn. In Nederland kunnen ook volle wijnen met een stevige afdronk geproduceerd worden die goed passen bij een biefstuk, lamsbout of een hartige maaltijd. Het geheim zit in het 's zomers veel trossen wegknippen. Een druivenplant maakt 30 tot 35 trossen, maar een goede wijnboer knipt begin augustus meer dan de helft weg zodat er een geconcentreerde wijn over blijft. De wijnboer moet dus kiezen tussen veel en lekker. Hij kan per hectare 8000 liter oogsten die 2 euro per fles opbrengt (een hap-slik-weg-weg van supermarkt-kwaliteit) of hij kan 3000 liter oogsten die 8 à 10 euro per fles opbrengt (geconcentreerde wijn met afdronk).

    Dat een goede wijnkwaliteit ook mogelijk is boven de grote rivieren, is afgelopen jaren gebleken bij de Nederlandse Wijnkeuring waarbij wijnen uit Bentelo, Groesbeek en Wageningen vaak in de prijzen vielen. Ook bijv. het blad Perswijn gaf zeer positieve beoordelingen.

    Uiteraard zijn er drempels voor de groei van de Nederlandse wijnbouw, vooral van financiële aard. Met de aanleg van een wijngaard van 2 à 3 hectare wijngaard en de inrichting van een wijnkelder is al gauw 3 euroton gemoeid, investeringen die in de eerste 3 jaar gedaan moeten worden, terwijl de eerste inkomsten pas na 4 jaar binnenkomen. Behalve financiële investeringen is vanaf het eerste jaar veel arbeidstijd nodig: 1 à 2 fulltime arbeidskrachten. Hoge grond- en arbeidskosten maken de Nederlandse wijn relatief duur, zodat een wijnbedrijf alleen rendabel is bij een hoge wijnkwaliteit en rechtstreekse verkoop, vooral in combinatie met agro-toeristische activiteiten. Dit vraagt veel kennis en creativiteit van de wijnboer.

    De reden waarom velen tot nu toe nog weinig over Nederlandse wijn hoorden, is dat pas 4 jaar na aanplant van de wijngaard de eerste wijn kan worden verkocht. De meeste wijngaarden zijn pas in de afgelopen 3 jaar aangeplant en verkopen dus nog geen wijn. De wijngaarden die nu al wijn verkopen, zijn een flink deel van het jaar uitverkocht. Door de nieuwe druivenrassen groeit de Nederlandse wijnbouw nu echter sterk, ook boven de grote rivieren. Rond 2010 wordt in ons land de 100e commerciële wijngaard verwacht. Bij een goede wijnkwaliteit is dat een welkome aanvulling op streekkaas, streekbier en andere regionale producten.

    Verder informatie over Nederlandse wijnbouw kunt u o.a. vinden op:
    Wijngaardeniersgilde
    Wijninstituut Nederland

  • Nieuw Zeeland wijnen - Clean and green
    Cool climate viticulture, clean and green en wereldwijd toonaangevend voor Sauvignon Blanc en Pinot Noir. Zie daar het wijnland Nieuw Zeeland in een notendop. Wel beschouwd is Nieuw Zeeland een piepjong wijnland, zonder noemenswaardige historie. Daarin verschilt het duidelijk van 'buurland' Australië. En niet alleen daarin. Al worden de twee landen vaak in één adem genoemd, ze hebben maar weinig met elkaar gemeen. Ze liggen immers 1600 kilometer uit elkaar.

    Hoewel laat op gang gekomen, beleeft de wijnbouw in Nieuw Zeeland momenteel een sterke expansie. De productie is er echter veel te klein, en zal dat ondanks het al maar stijgend aantal producenten ook blijven, om de hele wereld te bedienen. Nieuw-Zeelandse wijnen zullen daarom altijd vrij zeldzaam blijven.

    Wijnbouw met gebruiksaanwijzing:
    De hoge vochtigheid zorgt voor de nodige complicaties bij de druiventeelt. Zo is er het gevaar van een te overdadige bladgroei, met als gevolg uitgesproken plantaardige wijnen. Ook is er altijd het gevaar van schimmelziekten. Het is daarom belangrijk om bodems met een goede drainage te kiezen en voor de juiste geleiding en snoeiwijze. Positief is wel dat het koele klimaat zorgt voor druiven met goede aroma's.

    Anders dan bijvoorbeeld Chili, dat ook een vrij geïsoleerde ligging heeft, kreeg Nieuw Zeeland wel te maken met allerhande Europese plagen en ziekten in zijn wijngaarden, inclusief de druifluis phylloxera.

    Noord & Zuid:
    Nieuw-Zeeland behoort tot te meest zuidelijk gelegen wijnlanden in de wereld. Door zijn ligging midden in de koele wateren van de Stille Oceaan heeft het helemaal een koel en vochtig klimaat, met dien verstande dat de temperatuur op het Noord Eiland iets hoger ligt dan die op het Zuid Eiland.

    Wijngaarden zijn zowel op het Noord als het Zuid Eiland te vinden en eerlijk verdeeld. Het grootste gebied, Marlborough, ligt in het uiterste noorden van het Zuid Eiland, evenals het Mekka voor pinot noir Central Otago. Andere belangrijke gebieden, zoals Gisborne, Hawkes Bay en Martinborough, liggen op het Noord Eiland.

    Top Sauvignon en Pinot Noir...:
    Nieuw-Zeelands visitekaartje is Sauvignon Blanc, gemaakt in een expressieve, aromatische stijl. Een wijn die als het ware het glas uitstuift. Drink hem bij voorkeur zo jong mogelijk. Sauvignon komt overigens pas op de tweede plaats van meest aangeplante druivenrassen. Nummer 1 is namelijk de chardonnay, die eveneens zeer goede wijnen geeft.

    Nieuw-Zeeland onderscheidt zich behalve met zijn witte ook met rode wijnen. Die kunnen gemaakt worden van Bordeauxduiven als cabernet sauvignon en merlot, van syrah of van de grote specialiteit pinot noir. Die druif voelt zich in de regel goed thuis in een relatief koele omgeving.

  • Oostenrijk wijnen - Voor de fijnproever
    Oostenrijk is de Europese revelatie van de jaren 90 en sindsdien een land dat momenteel onwaarschijnlijk mooie wijnen produceert in alle mogelijke stijlen. Trefwoorden: zuiverheid en karakter. Oostenrijkse wijnen onderscheiden zich door een heel eigen smaak, gecombineerd met een gemiddeld zeer hoge kwaliteit. Dat hoge niveau is mede te danken aan de buitengewoon strenge wijnwetgeving en de bijbehorende kwaliteitscontrole die het land sinds 1985 kent.

    Wijngebieden:
    Wijnbouw wordt in Oostenrijk alleen maar in het noordoosten en oosten bedreven; de rest van het land is te bergachtig. Het gaat respectievelijk om de bondslanden Niederösterreich, Burgenland en Steiermark. Dit is ook de volgorde van belangrijkheid.

    Hoewel deze gebieden hemelsbreed niet zo ver uit elkaar liggen, verschillen ze in klimatologisch opzicht vrij sterk van elkaar. Niederösterreich staat nog net onder invloed van Atlantische invloeden, het Burgenland daarentegen kent een typisch landklimaat.

    Niederösterreich:
    Niederösterreich is het gebied ten noorden en westen van Wenen. Het omvat het uitgestrekte Weinviertel en aantal kleinere gebieden die langs of vlakbij de Donau liggen. Het gaat daarbij onder meer om de Wachau - het meest prestigieuze gebied van heel Oostenrijk - Kremstal en Kamptal. De meest aangeplante druivenrassen zijn hier grüner veltliner en riesling bij een productie van overwegend witte wijnen.

    Ook de wijngaarden in de buitenwijken van Wenen vallen onder Niederösterreich. Wenen is daarmee de enige hoofdstad die een herkomstgebied voor wijn is!

    Burgenland:
    Het Burgenland ligt even ten zuidoosten van Wenen langs de grens met Hongarije. Een bijzondere klimaatfactor in het Burgenland is de Neusiedlersee, een groot maar ondiep steppemeer dat in de herfst bijdraagt tot de ontwikkeling van botrytis (edele rotting). Dit heeft ertoe geleid dat deze streek een grote reputatie heeft weten op te bouwen met weelderige edelzoete wijnen. Burgenland is echter ook Oostenrijks belangrijkste gebied voor droge rode wijnen. Die komen vooral uit het deel van het Burgenland dat ten zuiden van de Neusiedlersee ligt.

    Steiermark:
    De Steiermark tenslotte is een heuvelachtig, aan Slovenië grenzend gebied met wijngaarden op vrij grote hoogte. Grote specialiteit van dit kleine gebied zijn droge, uitgesproken aromatische witte wijnen van o.a. sauvignon blanc en muskateller.

    Eigenzinnig wit en verrassend rood:
    Het merendeel van de Oostenrijkse wijnen is wit en wordt gemaakt van allerhande druivenrassen. Oostenrijks eigen, nationale witte druif is de grüner veltliner. Hij staat in alle deelgebieden van Niederösterreich aangeplant. De wijnen ervan zijn fris, droog en aangenaam pittig. De kenmerkende lichte peperigheid omschrijft men treffend als 'Pfefferl'.

    Ook de rheinriesling doet het ondanks zijn naam zeer goed langs de Donau. De wijn ervan is in de regel wat krachtiger en droger dan die uit Duitsland of de Elzas. In het Burgenland staan veel welschriesling en chardonnay, alias morillon, aangeplant.

    Ook de rode wijnen zijn bijzonder interessant. Echte Oostenrijkse druivenrassen zijn zweigelt, blaufränkisch en st laurent. Daarnaast vind je ‘internationale' wijnen van cabernet sauvignon, al dan niet in combinatie met blaufränkisch, of van pinot noir, alias blauburgunder. In vele gevallen is er sprake van cuvées met heel uiteenlopende samenstellingen. Oostenrijks producenten zijn namelijk vrij om te bepalen van welke druiven ze hun wijn maken.

    Etikettering:
    De etikettering in Oostenrijk lijkt op die in Duitsland, al zijn er wel verschillen. De belangrijkste informatie komt van de naam van het herkomstgebied en van het druivenras. Verder vermeldt het etiket het kwaliteitsniveau van de wijn, dat afhangt van het suikergehalte van de druiven. In oplopende lijn onderscheidt men om te beginnen Tafelwein, Landwein, Qualitätswein en Kabinett. De lijn gaat verder met de tweede groep van Prädikantweine: Spätlese, Auslese, Eiswein, Beerenauslese, Ausbruch en Trockenbeerenauslese. Anders dan Duitsland is Kabinett hier dus geen Prädikatswein.

    Het belang dat aan predikaten gehecht is overigens niet zo groot. Alleen bij edelzoete wijnen zoals Ausbruch (een lokale specialiteit uit Rust in het Burgenland), Beeren- en Trockenbeerenauslese staan ze prominent op het etiket.

    De Wachau heeft een eigen type-indeling, oplopend van de lichtvoetige Steinfeder, via de Federweisser tot de krachtige Smaragd, alle droog.

    Het Weinviertel was het eerste gebied in Oostenrijk met een DAC-wijn, waarbij DAC staat voor het Latijnse Districtus Austria Controllatus. Deze benaming is van toepassing op wijnen van grüner veltliner, dé druif van de regio, die aan bepaalde kwaliteitsnormen moeten voldoen en die als typisch voor het gebied beschouwd worden. In 2006 volgde Mittelburgenland met blaufränkisch.

    Een woord dat je op Oostenrijkse etiketten vrij regelmatig tegenkomt is Ried. Dat betekent zo veel als individuele wijngaard.

  • Portugal wijnen - Authenticiteit troef
    Een buitenbeentje in Europa dat zijn eigen druivenrassen trouw is gebleven en waar mondiale druiven tot op heden nauwelijks voet aan de grond gekregen hebben. Het is een ware schatkamer met vele tientallen rassen waarvan buiten de eigen streek nog nooit iemand gehoord heeft.

    Toch kun je Portugal allesbehalve ouderwets noemen. Ook hier heeft men zijn voordeel gedaan met technische verworvenheden. De wijnen hebben daardoor aan finesse gewonnen, terwijl hun authenticiteit onveranderd gebleven is. In de meeste gevallen gaat het trouwens om assemblages van diverse druivenrassen. Portugal heeft er honderden van.

    Hoewel Portugal en Spanje maar weinig met elkaar gemeen hebben, is er toch iets wat ze delen: een grote verscheidenheid aan klimatologische condities. Ook in Portugal heb je verrassende verschillen, van nat en koel in de noordelijke Minho tot zonnig en warm in de zuidelijke Algarve.

    Etikettering:
    De Portugese wijnwet onderscheidt twee herkomstbenamingen voor kwaliteitswijnen:

    Denominação de Origem Controlada (DOC), evenals de appellation contrôlée in Frankrijk toegekend aan wijnen van het hoogste niveau.
    Indicação de Proveniencia Regional (IPR), enigszins te vergelijken met Vin de Pays. Net als de DOC aan allerhande regels gebonden en soms een opstap in die richting.
    Vinho Regional, in de lijn van de IPR maar dan van toepassing op grotere gebieden.

    De typisch Portugese term garrafeira betekent zoveel als speciale selectie en wordt gebruikt als aanduiding voor rode wijnen uit zeer goede jaren met minimaal 3 jaar rijping - op hout en op fles - voor hij op de markt mag komen..

    Port:
    Portugals grootste troef is port. De wijn dankt zijn naam aan de havenstad Porto, maar komt uit de Dourovallei. Je vindt hier een van de spectaculairste wijnlandschappen ter wereld met terraswijngaarden op steile graniethellingen. 's Zomers is het er brandend heet, 's winters ijskoud. De Dourovallei werd al in 1756 afgebakend en is daarmee het oudste gereglementeerde herkomstgebied ter wereld.

    Port zelf is een versterkte wijn. Door de gisting te onderbreken door toevoeging van wijnalcohol behoudt de wijn zijn restsuikers en krijgt hij tevens zijn relatief hoge alcoholpercentage. Port staat niet voor één enkele wijn, maar voor een hele serie wijnen. Wijnen met heel verschillende stijlen en smaken als gevolg van verschillen in het mengen en opvoeden van de basiswijnen:
    White Port: Witte port, droog, halfdroog of zoet van smaak. Gemaakt van witte druiven.
    Ruby Port: Een port waarvan de levendige rode kleur doet denken aan die van de edelsteen robijn. Een levendige jonge wijn met vurige fruitigheid en een constante kwaliteit.
    Tawny Port: Port met normaliter 3 tot 5 jaar rijping op vat. Hoe ouder de wijn is, des te meer oranje reflexen, soepelheid en finesse hij vertoont.
    Vintage Character: Ietwat misleidende benaming voor een eersteklas Ruby met vijf jaar houtrijping. Anders dan de naam doet vermoeden is dit een blend van basiswijnen uit verschillende oogstjaren.
    Old Tawny Port: Bepaalde tawny's dragen een leeftijdsaanduiding: 10 years, 20 years, 30 years, of over 40 years old. Ze zijn samengesteld uit wijnen van diverse oogstjaren waarvan de gemiddelde leeftijd op het etiket is aangegeven.
    Colheita: Tawny van één enkel oogstjaar. Rijpt lang op vat, van zijn prille jeugd tot aan het moment van bottelen. Evenals het oogstjaar vermeldt het etiket ook het tijdstip van botteling.
    Late Bottled Vintage Port - L.B.V.: Wijn van één enkel oogstjaar, dat met het jaar van botteling aangegeven is op het etiket. Rijpt 4 tot 6 jaar op vat voordat hij gebotteld wordt. Iets lichter, maar ook makkelijker toegankelijker dan een 'echte' Vintage.
    Vintage Port: Wijn van één enkel, uitzonderlijk goed oogstjaar. Wordt dus niet gemengd. Ondergaat een opvoeding van twee jaar op vat en voltooit zijn rijping op fles. Ontwikkelt zich langzaam en vormt daarbij bezinksel, wat decanteren noodzakelijk maakt.

    Behalve de uit verschillende wijngaarden samengestelde Vintage met alleen de naam van de producent is er ook de Single Quinta Vintage. Deze is afkomstig uit één enkele wijngaard (quinta) en draagt de naam van die wijngaard.

    Rijk aanbod:
    Portugal heeft nog heel wat meer te bieden dan alleen maar port.

    Uit het natte, groene noorden van het land komt de Vinho Verde, een levendige frisse wijn. Hoewel het meeste rood is (!), zie je in het buitenland enkel de witte versie. De beste is die met een hoog percentage alvarinho druif.

    De witte en rode tafelwijnen van de Douro - de Portstreek - behoren tot het beste wat Portugal aan tafelwijnen te bieden heeft. Modern gevinifieerd, maar wel gemaakt van eigen druivenrassen. De productie ervan is trouwens groter dan die van portwijnen!

    De Dão is een van de oudste wijngebieden in Portugal. Het ligt rond Viseu, ten zuiden van de Douro en produceert hoofdzakelijk rode wijnen die goed kunnen rijpen.

    Voor stoer, stevig rood met veel tannine moet je in Bairrada zijn, dat in het westen aan Dão grenst. De power komt daar van zo'n typisch Portugese druif, de baga.

    Verder naar het zuiden, langs de benedenloop van de Taag (Tejo in het Portugees) is de Ribatejo te vinden, een gebied met een gevarieerd aanbod. Vooral de districten Cartaxo en Almeirim zijn het onthouden waard.

    Een gebied in opkomst, en in zekere zin vergelijkbaar met de Languedoc en de Nieuwe Wereld, is de Alentejo. Je vindt hier, in het zuidoosten van Portugal, zowel goede rode als witte wijnen (o.a. Redondo, Borba, Vidigueira, Reguengos).

    Madeira:
    Portugals meest onderschatte wijn komt van het eiland Madeira, ver weg in de Atlantische Oceaan. Het is een wijn met een volstrekt uniek karakter, net als port. Hij dankt dat karakter aan de geforceerde oxidatieve opvoeding, compleet met opslag in warme ruimtes. Door de oxidatie krijgt de wijn het buitengewoon complexe aroma dat hem zo bijzonder maakt. In smaak varieert hij van droog tot zoet, met altijd een hoge zuurgraad. Vooral de zoete versies lijken het eeuwige leven te hebben.

  • Roemenië wijnen - Latijnse traditie
    Roemenië is het grootste wijnland van Zuidoost-Europa. Dat het toch vrij onbekend is, heeft niet zo zeer te maken met het feit dat de Roemenen - een van origine Latijns volk - zelf grote wijndrinkers zijn, maar zo veel te meer met de communistische planeconomie tot 1990. Het land produceerde grote hoeveelheden zoete wijn voor broedervolkeren, met voorop de Sovjet Unie. Kwantiteit ging voor kwaliteit.

    Toch genoot Roemenië ooit een grote reputatie voor een bijzondere zoete wijn, Cotnari. Deze werd na de Hongaarse Tokaji als de beste wijn van Zuidoost Europa beschouwd!
    Veel variatie

    In beginsel beschikt Roemenië over een groots potentieel. Wijnbouw wordt er sinds mensenheugenis bedreven in vrijwel alle delen van het land, met uitzondering van de Karpaten. Door die verspreiding is er sprake van een grote variatie aan natuurlijke omstandigheden, druivenrassen en wijnen.

    Roemenië heeft een overwegend continentaal klimaat met grote temperatuurverschillen tussen hete zomers en koude winters, maar zonder al te extreme uitschieters. Alleen de kuststreek Dobrudzja profiteert van de matigende invloed van de Zwarte Zee.

    Enkele belangrijke Roemeense gebieden zijn:
    Transsylvania - centraal gebied met als voornaamste district Tîrnave. Hoog gelegen wijngaarden op steile hellingen produceren bijna uitsluitend witte wijn met goede zuren.

    Moldavia - van oudsher gereputeerde streek, grenzend aan de voormalige Sovjetrepubliek Moldova. Beroemd was ooit de zoete Cotnari. Moldavia produceert zowel witte als rode wijnen. Centrum van de streek is Odobesti.

    Muntenia - ten noorden van Boekarest met als bekendste district Dealul Mare. Rood voert hier de boventoon.

    Dobrudzja - kustvlakte aan de Zwarte Zee met als belangrijkste wijnbouwdistrict Murfatlar. Het is gespecialiseerd in de productie van laat geoogste zoete wijnen.

    Ongewone namen:
    De Roemeense aanplant omvat internationale, Oost-Europese en enkele inheemse druiven. Van de mondiale rassen is cabernet sauvignon op zo grote schaal aangeplant dat Roemenië er ruim tweemaal meer van heeft dan buurland Bulgarije. Merlot is zelfs nog ruimer verspreid. Chardonnay is maar in bescheiden mate aangeplant. Sterk in opkomst daarentegen is de pinot noir.

    Enkele typisch Roemeense witte druiven, waarvan sommigen heel opvallende namen hebben, zijn o.a. graša (de 'vette'), die hoge suikerwaarden kan bereiken), tamaioša româneasca (zeer aromatische soort voor zoete wijnen), galbena (geeft frisse wijnen), feteašca alba ('meisjesdruif', geeft zachte, aromatische wijn) en feteašca regala (meest aangeplante druif van Roemenië, kruising van feteašca alba x graša). Voor rood: feteašca neagra (stevige wijn) en babeašca neagra ('grootmoederdruif', voor lichte, fruitige wijn).

  • Slovenië wijnen - Veelbelovend
    Slovenië mag misschien een kleine nieuwkomer in de Europese Unie zijn, het is wel een veelbelovende nieuwkomer als het om wijn gaat. Het heeft letterlijk en figuurlijk altijd veel meer aangeleund tegen Oostenrijk en Noordoost-Italië dan tegen de deelrepublieken van het voormalige Joegoslavië. Door een van oudsher sterke oriëntatie op West Europa is Slovenië het verst gevorderd van al die deelrepublieken bij de ontwikkeling van een op kwaliteit gerichte wijnbouw.

    De Sloveense wijnbouw is verspreid over drie sectoren met elk een heel eigen karakter: Primorska (Kust), Podravje (Drava Vallei) en Posavje (Sava Vallei). De eerste twee zijn qua volume zijn ongeveer even groot en nemen samen 85% van de totale productie voor hun rekening.

    Primorska is onderverdeeld in vier districten die allemaal in de buurt van het Italiaanse Triëst liggen: Koper (het noordelijk deel van Istrië), Karst, Vipava en Brda. Brda is de directe voortzetting van Collio aan de andere kant van de grens. De productie is hier overwegend rood, met Italiaanse druivenrassen als refosco en barbera en Bordeauxrassen als cabernet en merlot. Goede witte komen van ondermeer pinot blanc en rebula (ribolla).

    Podravje, te vinden in het oosten van Slovenië en grenzend aan Oostenrijk en Hongarije, is een in grote meerderheid wit gebied. De betere wijnen uit de omgeving van Ljutomer vertonen de nodige overeenkomsten met die uit Steiermark, d.w.z. dat ze fris en aromatisch zijn. Druivenrassen zijn o.a. welschriesling, pinot beli (blanc), sauvignon, riesling en de lokale sipon.

    Posavje tenslotte ligt in het zuidoosten, aan de grens met Kroatië. Ook hier is het vooral witte wijn wat de klok slaat.

  • Spanje wijnen - Ongekend dynamisch
    Gemeten naar beplante oppervlakte is Spanje het grootste wijnland ter wereld. Dat het qua volume pas op de derde plaats staat, heeft te maken met de veelal lage opbrengsten. Die lage opbrengsten hebben alles te maken met de soms barre omstandigheden waaronder de druivenstokken zijn aangeplant. Grote delen van het land zijn immers warm en droog, op het woestijnachtige af. Aan de ligging van de wijnbouwgebieden is dat duidelijk af te lezen. De meeste wijngaarden liggen in het noorden en oosten. Een belangrijke uitzondering op deze regel is La Mancha, ten zuiden van Madrid. Dat is het grootste wijngebied ter wereld.

    Geschiedenis:
    Spanje heeft een eeuwenoude wijnbouwtraditie, die teruggaat tot de tijd dat de Romeinen het voor het zeggen hadden. Internationale faam genoot het tot voor kort slechts in bescheiden mate, en dan alleen met versterkte of zoete wijnen, zoals Jerez (sherry) en, in de 19e eeuw, Malaga. Bij de productie van andere wijnen ontbrak het simpelweg aan de nodige kennis. Wit was oxidatief, rood alcoholisch.

    De eerste tafelwijn waarmee het land opzien baarde, was rode Rioja. Dat gebeurde pas eind 19e eeuw, mede dankzij een forse inbreng uit Bordeaux. Rond 1900 kwam in Catalonië de productie van mousserende wijnen van de grond. Onder de naam Cava zouden die wereldwijd groot succes gaan oogsten.

    De grote doorbraak van Spanje als leverancier van kwaliteitswijnen is eind jaren 80 begonnen. Na het herstel van de democratie en de toetreding tot de Europese Unie is een moderniseringsproces op gang gekomen dat zijn weerga niet kent. Spanje heeft zich sindsdien onderscheiden met zowel 'mondiale' wijnen, gemaakt van internationaal populaire druiven, anderzijds met heel typische, oer Spaanse wijnen, maar dan wel gemaakt volgens de modernste inzichten. Het land heeft zodoende voor elk wat wils.

    Klimaat:
    Spanje kent een grote verscheidenheid aan klimatologische omstandigheden en landschappen. Het koele en natte Galicië in het noordwesten verschilt in zo ongeveer alle opzichten van het warme zonnige Andalusië in het zuiden. En de mediterrane gebieden met hun milde klimaat voelen heel anders aan dan de hoogvlakten in het binnenland, waar het zowel verzengend warm als ijzig koud kan zijn.

    Droogte is in Spanje een vrij algemeen probleem. Omdat irrigatie van de wijngaarden verboden is, is het aantal stokken per hectare laag. Ook de opbrengst ligt stukken lager dan in andere Europese wijnlanden. Zodoende heeft Spanje wel de grootste beplante oppervlakte ter wereld, maar is het slechts de derde producent in termen van volume.

    Druiven:
    Spanje's bekendste druivenras is de tempranillo. Hij staat in zo veel gebieden aangeplant, dat het aantal synoniemen legio is. Je vindt hem o.a. in Rioja, Navarra, Ribera del Duero, La Mancha, Valdepeñas en langs de Middellandse Zee. Andere bekende blauwe druiven van Spaanse origine zijn de garnacha, internationaal beter bekend als grenache, en de murviedro, alias mourvèdre.

    Bij de witte springen macabeo, albariño, verdejo en palomino eruit ls typisch Spaans De eerste levert het fruit voor een groot aantal wijnen in het noorden en noordoosten van Spanje, de tweede voor Rías Baixas, de derde voor Rueda en de vierde voor Jerez.

    In gebieden die pas recentelijk ontwikkeld zijn, hebben internationale rassen een sterke positie. De Spaanse wetgeving is in deze heel tolerant geweest.
    Etiketten

    Spaanse kwaliteitswijnen dragen in de regel een denominación de origen (DO), een gecontroleerde herkomstbenaming. Daarvan zijn er inmiddels meer dan 60, die sterk in omvang variëren, van enkele tientallen tot vele tienduizenden hectaren.

    Rioja heeft als eerste de status van denominación de origen calificada (DOCa) gekregen.

    Sinds kort kent Spanje het fenomeen vinos de pago, wijnen afkomstig uit een individuele wijngaard, vergelijkbaar met een cru, single vineyard of Einzellage.

    Enkele van die pagos hebben zelfs de status van DO verworven.

    Op de naleving van de voorschriften van de DO's wordt toegezien door een raad van toezicht, een consejo regulador. Ieder consejo gebruikt een garantiezegel met een eigen logo.

    Nog een paar nuttige termen:
    Bodega(s) = wijnbedrijf
    Tinto = rood
    Blanco = wit
    Rosado = rosé

    Spaanse wijnproducenten laten hun rode wijnen graag op hout en op fles rijpen. Afhankelijk van de totale duur van de rijping mogen ze hun wijnen de volgende aanduidingen geven Crianza, Reserva en Gran Reserva. Een wijn die als Jovén (jong) op de markt komt, heeft geen rijping ondergaan.

    Spaanse wijngebieden

    Noord-Spanje:
    Spanje's bekendste rode wijn is Rioja. Hij komt uit een gebied langs de rivier de Ebro met een voor Spanje unieke traditie. Belangrijkste druif is de tempranillo. Aanvulling komt van rassen als garnacha en mazuela en de witte viura.

    Rode Rioja's kunnen uitstekend op hout rijpen. Decennia lang gebeurde dat in vaten van Amerikaans eikenhout, die de wijn een onmiskenbaar aroma meegaven. Sinds kort is echter het Franse hout in opmars en zijn er steeds meer producenten die voor een wat fruitiger stijl met minder hout kiezen.

    Aan Rioja grenst Navarra. De nadruk ligt hier ook op rood, zij het ietsje minder. De streek had en heeft namelijk een reputatie voor rosado. Anders dan in Rioja zijn hier behalve Spaanse druivenrassen als garnacha en tempranillo ook buitenlandse toegestaan.

    Ribera del Duero, letterlijk: oever van de Duero, is een van de sterkst rijzende sterren in Spanje. Vrijwel alle wijn hier vandaan is rood en gemaakt van tempranillo, ter plaatse beter bekend als tinta del pais. Ribera del Duero is overigens ook het gebied van Spanje's meest legendarische wijn, Vega Sicilia.

    Somontano, aan de voet van de Pyreneeën, is een nieuwkomer. Je waant je hier bijna in de Nieuwe Wereld vanwege de hypermoderne manier waarop wijnbouw bedreven wordt. Hoewel het gebied vrij klein van omvang is en er maar een handvol producenten actief is, zijn de wijnen zeer de moeite waard. Ze zijn in er in wit en rood.

    Op droog wit gebied heeft Noord Spanje sterke troeven in de vorm van twee gebieden met een duidelijke eigen stijl. Het ene is Rías Baixas in Galicië, het tweede Rueda in de nabijheid van Valladolid. De wijn uit het eerste gebied, gemaakt van de albariño, is zeer fraai maar door de hoge productiekosten ook vrij prijzig. De tweede daarentegen biedt een excellente verhouding tussen prijs en kwaliteit. Rueda wordt gemaakt van verdejo of van sauvignon blanc.

    Centraal Spanje en de Middellandse Zee

    Castilla-La Mancha:
    In het hart van Spanje ligt een reusachtig wijngebied. Het is La Mancha, de streek waar Don Quichotte vandaan kwam en waar hij met windmolens vocht. La Mancha produceerde tot voor kort vooral witte wijnen van airén, bestemd voor distillatie tot brandy. In toenemende mate komen daar normale tafelwijnen bij, wit zowel als rood. Druivenras voor die rode is de cencibel, alias tempranillo.

    Het zuidelijke deel, Valdepeñas, heeft een eigen DO en is in hoge mate gespecialiseerd in rood.
    Levant

    Tussen La Mancha en de Middellandse Zee, in het achterland van steden als Valencia, Alicante en Murcia liggen diverse DO's die allen onder de noemer Levant vallen. Ze zijn in rap tempo bezig hun wijnen op basis van druiven als monastrell, bobal en temranillote verfijnen. Namen om op te letten zijn Yecla, Jumilla, Alicante en Utiel-Requena.

    Catalonië:
    De streek rond Barcelona is al sinds de Romeinse tijd een belangrijke wijnproducent. Vandaag de dag produceert Catalonië een gevarieerd gamma wijnen. De bekendste daarvan is Cava, een mousserende wijn de gemaakt wordt op de wijze van champagne. Een verschil is wel te vinden in de aanplant. Die is zo goed als volledig wit en bestaat uit macabeo, parellada, xarel.lo en chardonnay.

    Het leeuwendeel van de Cava komt uit de Penedès, even ten zuiden van Barcelona. Het plaatsje San Sadurni de Anoia is de onbetwiste Cavahoofdstad, een beetje zoals Epernay in de Champagne. De Penedès levert ook rode en witte stille wijnen, evenals het wat verder landinwaarts gelegen Costers del Segre. Priorato, of Priorat in het Catalaans, is Catalonië's grote naam van de afgelopen tijd. Dit kleine, ruige gebiedje heeft internationaal opzien gebaard met ongewoon krachtige wijnen van garnacha.

    Jerez:
    Jerez, oftewel sherry, is een bijzondere wijn. Het oertype begint als een normale witte wijn van palominodruiven. Die profiteren ten volle van de witte, goed vocht vasthoudende kalkbodems (albarizas) in de driehoek tussen Jerez, El Puerto de Santa Maria en Sanlúcar de Barrameda. Wind van zee zorgt voor de nodige verkoeling.

    De jonge wijn wordt versterkt tot een alcoholpercentage dat varieert tussen 15 en 18°. Hierdoor kan hij een lange, oxidatieve houtrijping ondergaan. Tijdens die rijping worden vaten met oude wijn bijgevuld met jongere wijnen. Sherry is zodoende assemblage van verschillende oogstjaren. De benaming voor dit procédé van aanvullen en assembleren is solera.

    En dan nog iets heel essentieels. Op een deel van de wijn kan zich een witte deken van gistcellen vormen, de zogeheten flor (bloem) die voor de typische pittige sherrysmaak zorgt. Sherry met flor is een fino, sherry zonder een oloroso. Om de flor in leven te houden is 'voeding' met jonge wijn nodig. Gebeurt dat niet, dan zal de wijn van karakter gaan veranderen.

    Echte sherry is per definitie droog; zoet is de uitzondering. Koop hem daarom altijd op het Spaanse type: fino, manzanilla (de fino uit Sanlúcar), amontillado (gerijpte fino) of oloroso. De eerste twee zijn vederlicht, de laatste twee wat voller van aroma en smaak.

  • Tunesië - Hart van de Mahgreb
    Samen met Algerije en Marokko maakt Tunesië deel uit van de Mahgreb. Ten tijde van de Franse koloniale overheersing werd er op vrij grote schaal wijnbouw bedreven ten gunste van het moederland. Na de onafhankelijk is het belang daarvan afgenomen, omdat wijn binnen de Islamitische cultuur vrij moeilijk ligt.

    Momenteel is in Tunesië, evenals in Marokko, sprake van een zekere opbloei van de wijnbouw. Wederom zijn het vooral Fransen die hier achter zitten. De Tunesische wijnbouw is letterlijk en figuurlijk mediterraan van karakter, met dezelfde druiven als in het zuiden van Frankrijk en met de nadruk op rode wijnen.

  • Uruguay wijnen - Lekker eigenwijs
    Behalve de twee grootmachten Chili en Argentinië heeft Zuid Amerika nog een derde land dat op vrij grote schaal wijn produceert en exporteert. Het is Uruguay, een voor Zuid-Amerikaanse begrippen klein land. Hoewel wijngaarden verspreid zijn over het hele land, liggen de meeste ervan in het zuidwesten, met als toonaangevende districten o.a. Colonia en Carmelo. Hoe noordelijker, des te warmer het wordt. Gelet op de ruime hoeveelheid neerslag levert dat het nodige gevaar op voor schimmelziekten. Positief is wel dat irrigatie niet nodig is. Net als Argentinië heeft Uruguay sinds de jaren '80 een kwalitatieve inhaalslag gemaakt. Hybriden maakten plaats voor edele druiven.

    In Uruguay staat een hele reeks aan bekende blauwe en witte druivenrassen aangeplant, maar het land profileert zich vooral met rode wijnen op basis van tannat. Dit van origine Zuidwest-Franse ras - het is de druif van Madiran - vervult er min of meer dezelfde rol als de malbec bij de buren in Argentinië: het is de 'nationale' druif. Deze duif werd eind 19e eeuw geïntroduceerd door immigranten uit Baskenland. Er staat nu meer van aangeplant in Uruguay dan in Frankrijk. Anders dan in de Sud-Ouest smaken wijnen van tannat in Uruguay in de regel minder tannineus.

  • Verenigde Staten wijnen - Wijnbouw nationwide
    Grootmacht Californië:
    Wie Amerikaanse wijn zegt, zegt bijna in één adem Californische wijn. Hoewel in bijna alle staten van de VS wel enigerlei vorm van wijnbouw bedreven wordt, ligt het zwaartepunt van de Amerikaanse wijnbouw van oudsher in de staat Californië. Die neemt in zijn eentje circa 90% van de totale productie voor zijn rekening. Californië is dan ook niet zo maar een staat. Het heeft de oppervlakte van een groot Europees (wijn)land als Italië en kent bijgevolg een enorme variatie aan bodems en klimaten. Bovendien hebben de meeste Amerikaanse producenten een onbedwingbare drang tot experimenteren, ongeacht of ze nu groot of klein zijn.

    ABC?
    Californië baarde in de jaren '70 voor het eerst opzien met Cabernet Sauvignon en Chardonnay. Tijdens een inmiddels legendarische proeverij in Parijs versloeg het daarmee de top van Bordeaux en Bourgogne! De beide 'C-druiven' zijn daarna op grote schaal aangeplant. Het had er soms schijn van dat er uit Californië alleen maar 'Cab' en 'Chard' kwam. Vandaar de reactie: ABC, all but Chardonnay/Cabernet. De werkelijkheid is gelukkig een stuk genuanceerder. Californië heeft namelijk een behoorlijk grote variatie aan druivenrassen.

    De enige echte eigen specialiteit is de zinfandel, kortweg 'Zin', een wijn met de nodige power en met een heel markant aroma.

    Het relatief warme klimaat blijkt ook gunstig te zijn voor een druif als de syrah. Die is momenteel sterk in opkomst en geliefd bij producenten die wijnen in de mediterrane of Rhônestijl willen maken.

    Natuurlijk mag ook de merlot niet onvermeld blijven. Na jarenlang in de schaduw van de cabernet sauvignon te hebben gestaan beleeft die nu een ongekende populariteit.

    Dé grote ster van de afgelopen jaren, zowel bij wijnmakers, wijndrinkers als filmmakers - denk aan Sideways! - is de pinot noir. In relatief koele gebieden zoals de Russian River Valley, Carneros, Monterey en Santa Barbara doet die het uitstekend.

    Bij de witte rassen is de chardonnay nog altijd heel dominant, met de aantekening dat de wijnen ervan qua stijl aan het veranderen zijn. De 'vette' wijnen maken plaats voor wijnen met meer nadruk op zuren en mineralen.

    Californië's nummer 2 voor wit is sauvignon blanc (al dan niet onder de benaming Fumé blanc aangeboden). Ook hierbij is sprake van een stijlverandering ten goede. Verder zijn er mooie wijnen te vinden van chenin, riesling, pinot blanc etc.
    Met dank aan de oceaan

    Californië noemt zich graag de Sunshine State vanwege het over het algemeen zonnige en warme klimaat. De meeste wijnbouwgebieden liggen daarom op korte afstand van de kust. Zodoende profiteren ze van de verkoelende invloed van de Stille Oceaan. Die afkoeling gebeurt ofwel door wind ofwel door dikke mist die aan het eind van de middag door smalle openingen in de heuvelruggen langs de kust landinwaarts stroomt. Het mooist is dat te zien bij de Golden Gate brug in San Francisco. Vervolgens bedekt deze mist de valleien van Napa en Sonoma. Pas laat in de loop van de morgen slaagt de zon er in om hem te laten verdwijnen.

    Hoe verder je landinwaarts komt, des te minder de mist er doordringt en des te hoger de temperaturen oplopen. Vanzelfsprekend heeft dit grote gevolgen voor de rijping van de druiven en voor de uiteindelijke kwaliteit van de wijnen. Binnen de afzonderlijke Californische wijngebieden vind je opmerkelijk grote verschillen, niet alleen door de invloed van de oceaan maar ook als gevolg van ligging. Zo zijn er in Napa Valley bijvoorbeeld enerzijds wijngaarden in het warme, vlakke deel (de zogeheten valley floor), anderzijds hooggelegen wijngaarden op de koelere hellingen (mountain vineyards). Nog grotere verschillen zijn te vinden in Sonoma, dat onderverdeeld is in een 'Europese' veelheid aan appellations, variërend van warm tot koel. Een en ander neemt niet weg dat irrigatie meestal onvermijdelijk is.

    Meer dan alleen Napa en Sonoma:
    Van alle Californische wijngebieden is de Napa Valley het bekendste en meest 'Amerikaanse'. Het ligt even ten noorden van San Francisco en heeft terecht een grote reputatie voor Cabernets, Merlots en Chardonnays. Met zijn vele imponerende wineries langs de belangrijkste weg door de vallei doet het wel een beetje denken aan de Médoc met zijn châteauax!

    Het aangrenzende en rivaliserende Sonoma is het meest veelzijdige en, zoals al ter sprake kwam, veel Europeser van karakter. De glamour van Napa zoek je hier tevergeefs; het is juist landelijkheid troef. Behalve het gangbare werk vind je in Sonoma super Zinfandels en fraaie Pinot Noirs (Russian River). Sonoma en Napa delen aan hun zuidgrens samen het koele Carneros. Door hun goede zuurgraad zijn druiven uit dit district erg gewild bij producenten van mousserende wijnen. Verder naar het noorden ligt nog Mendocino, eveneens heel gevarieerd en daarom het volgen waard.

    In de nabijheid van San Francisco liggen Livermore (met o.a. goede Sauvignon) en Santa Cruz Mountains (goede Cabernets), respectievelijk ten oosten en ten zuiden ervan. Ga je langs de kust naar het zuiden dan kom je eerst in Monterey, een gebied met veel frisse zeewind dat zich de afgelopen jaren werkelijk stormachtig ontwikkeld heeft. Het staat bekend om zijn 'koele' fruit, met voor op chardonnay. Nog verder zuidwaarts liggen Paso Robles en Santa Barabara. Ook daar is het succes te verklaren uit de betrekkelijke koelte. De aanplant van de wijngaarden is hier uiterst gevarieerd. Speciale vermelding verdienen de Rhônevariëteiten (o.a. syrah) in Paso Robles en de pinot noir in Santa Barbara.

    Landinwaarts liggen de wijngaarden van de Central Valley en de Sierra Foothills. De warme Central Valley produceert vooral bulkwijnen, de Sierra Foothills daarentegen wijnen met een uitgesproken karakter, waaronder Zinfandel.

    AVA's, varietals & single vineyards:
    Californische etiketten hebben als voornaamste informatie de naam van de varietal, de druif waarvan de wijn voor tenminste 85% gemaakt moet zijn. Blends, die een fantasienaam dragen, vormen slechts een kleine minderheid van de productie, hoewel ze bijzonder goed kunnen zijn.

    Qua herkomst variëren de mogelijkheden van het zeer algemene California tot en met een nauwkeurig begrensd district. Zo'n begrensd herkomstgebied heet een American Viticultural Area, afgekort als AVA. Let wel: over de kwaliteit van de wijn hoeft dit niets te zeggen. Tal van grote Californische wijnen dragen op papier 'eenvoudige', op z'n minst ruim gedefinieerde herkomstbenamingen omdat ze worden samengesteld uit basiswijnen die uit verschillende regio's komen. Aan de nadere kant is er de opkomst van wijnen uit individuele wijngaarden waarvan de naam als zodanig op het etiket staat. Dit zijn de vineyard designated of single vineyard wines.

    Buiten Californië:
    Pacific Northwest: Washington & Oregon
    Washington State en Oregon, respectievelijk tweede en derde na Californië als producenten van wijn op basis van edele druivensoorten, vormen samen de Pacific Northwest. De wijnbouw heeft hier minder historie dan in Californië maar het kwaliteitsniveau is erbij vlagen erg goed. Hoewel ze aan elkaar grenzen zijn de onderlinge klimaatverschillen tussen deze twee staten zijn opvallend groot.

    Washington State ligt grotendeels achter het hoge kustgebergte en heeft een droog woestijnklimaat, overdag warm maar met koude nachten. Omdat het hier maanden niet regent, kunnen producenten met behulp van nauwkeurige irrigatie het hele groeiproces en de rijping sturen. Een ander groot voordeel is de afwezigheid van phylloxera, wardoor men met wortelechte stokken kan werken. De resultaten zijn er naar. Merlot, cabernet sauvignon en een hele serie andere 'internationale' druiven gedijen hier prima. De belangrijkste herkomstbenaming is Columbia Valley.

    Oregon ligt grotendeels voor hetzelfde kustgebergte en is juist relatief koel en vochtig, een prima omgeving voor de pinot noir en pinot gris. De Willamette Valley is zelfs uitgegroeid tot een internationaal Mekka voor liefhebbers van Pinot Noir!

    En verder:
    Van de andere Amerikaanse staten springen er twee uit. De eerste is New York State, dat met de Finger Lakes en Long Island twee opmerkelijke wijngebieden binnen zijn grenzen heeft. De andere staat met een behoorlijk grote en serieuze wijnindustrie is Texas.

  • Zuid-Afrika wijnen - Kaapse pracht
    Zuid-Afrika is met een traditie van meer dan drie eeuwen wijnbouw een van oudste wijnlanden in de Nieuwe Wereld. Niettemin is de internationale doorbraak van recente datum, alle verhalen over Jan van Riebeeck en de legendarische zoete wijn van Constantia ten spijt. Pas sinds 1994, na de afschaffing van de apartheid, is Zuid-Afrika echt mee gaan tellen.

    Kaaps:
    De wijnbouw in Zuid-Afrika is van oudsher volledig geconcentreerd in de Kaapprovincie. De reden daarvoor is simpel: in de rest van het land is het veel te warm. Lange tijd bestond de productie uit versterkte zoete wijnen, port en sjerrie, en uit basiswijnen voor distillatie. Wijnen met raffinement waren zo goed als onbekend. Mede door die toelevering aan distilleerderijen is de aanplant nog altijd in meerderheid wit. En dat terwijl internationaal juist rode wijnen gevraagd zijn. De Kaapse producenten zijn daarom koortsachtig bezig geweest om hun wijngaarden te herbeplanten met blauwe druivenrassen. Misschien wel eens wat te voortvarend. Ook hebben ze tegenwoordig de beschikking over de nodige technische middelen en kennis om wijnen te maken die wel raffinement hebben.

    Aangenaam klimaat:
    De Westelijke Kaapprovincie heeft een voor Afrikaanse verhoudingen opvallend mild klimaat. Weliswaar met veel zon, maar nooit verschroeiend warm. Dat komt omdat zowel de Atlantische als de Indische Oceaan verkoelend werken. Hoe dichter bij de kust, des te groter dit effect. Alle gebieden voor kwaliteitswijnen liggen daarom op korte afstand van de oceanen, in een boog rond Kaapstad.

    Irrigatie is in de Zuid-Afrikaanse wijngaarden geen regel, maar wel een gangbaar verschijnsel, Met name hoog gelegen, koele mountain vineyards vormen de uitzondering op de regel. In geologisch opzicht is de Kaap bijzonder gevarieerd, zij het niet overal even ideaal voor wijnbouw.

    Om toch goede wijnen - lees: wijnen met een goede zuurgraad - te kunnen produceren moet men de bodem vaak een handje helpen door kalk aan te brengen.

    Druivenrassen:
    Verreweg het meest aangeplante druivenras, alias cultivar, in Zuid-Afrika is nog steeds de chenin blanc. Hij werd net als de muskaatdruif en de colombar(d) aangeplant door nazaten van de Franse Hugenoten die zich eind 17e eeuw aan de Kaap vestigden. In het Afrikaans veranderde de naam chenin in 'steen'.

    Dankzij moderne vinificatietechnieken maakt men van dit vroegere 'werkpaard' tegenwoordig ongecompliceerd lekkere wijn, bestemd om jong te drinken. Chenin van 'eerste pluk' levert ook de allereerste primeurwijn van het jaar op, ruim voor de Beaujolais.

    Andere witte rassen die het aan de Kaap opmerkelijk goed doen zijn de sauvignon blanc - de witte specialiteit van het land - en de chardonnay. Veel minder aangeplant, maar daarom niet minder interessant is semillon. Ooit was die goed voor ruim 90% van de totale Kaapse aanplant, tegenwoordig een nichedruif.

    Muskaat werd en wordt gebruikt voor versterkte zoete wijnen. Ook deze druif kreeg een opvallende naam: hanepoot.

    Net zo vanzelfsprekend als de aanplant van chardonnay en sauvignon bij is die van de Bordeauxvariëteiten cabernet sauvignon en merlot voor rood. Ze leveren ofwel varietal-wijnen ofwel blends.

    Zuid-Afrika's rode specialiteit is de pinotage, een kruising tussen pinot noir en cinsaut. In stijl varieert de wijn van fruitig tot zeer krachtig. Ondanks het unieke, uitgesproken karakter van de pinotage is de druif nooit echt helemaal doorgebroken.

    Sterk in opkomst als lieveling van wijnmakers is de syrah, die in Zuid-Afrika meestal shiraz genoemd wordt.

    Pinot noir is in Zuid-Afrika slechts mondjesmaat aangeplant, aangezien er maar weinig plaatsen zijn waar het koel genoeg is voor deze soort.

    Wyn van Oorsprong:
    Zuid-Afrikaanse kwaliteitswijnen vallen onder de noemer wyn van oorsprong/wine of origin (WO). Zoals de naam suggereert, is deze klassering van louter geografische aard. Anders dan in Europa, waar het recht op een herkomstbenaming ook het naleven van allerhande voorschriften inhoudt, is men verder vrij om te doen en te laten wat men wil. Wat meer houvast bieden de 'gecertificeerde' wijnen. Deze wijnen worden analytisch en proeftechnisch getest door de Wyn en Spiritus Raad / Wine and Spirit Board. Na goedkeuring mogen ze een speciaal zegel op de capsule dragen. Deze test is overigens niet verplicht, maar gebeurt op vrijwillige basis.

    Wijnen die samengesteld zijn uit druiven van verschillende gebieden hebben als herkomstbenamingen Weskaap / Western Cape, of, iets beperkter, Kusstreek / Coastal Region. Het tegenovergestelde hiervan zijn enkelwingerde of single vineyards.

    Zuid-Afrika produceert een compleet gamma wijnen, inclusief mousserende en edelzoete. De beste vonkelwyn wordt gemaakt volgens de traditionele Méthode Cap Classique. Edeloes/Noble Late Harvest staat voor rijke, natuurlijk zoete wijnen van laat geoogste druiven met edele rotting.

    Herkomstgebieden:
    Een kleine greep uit de lijst van herkomstbenamingen. Het bekendste herkomstgebied en tevens centrum van de Kaapse wijnbouw is Stellenbosch, bijgenaamd Eikestad vanwege de vele eikenbomen in de stad.

    Het wat warmere Paarl is een goede tweede. En eeuwige concurrent. Beide liggen op korte afstand van Kaapstad, aan de voet van een machtige bergrug. Wijnboerderijen zijn hier gebouwd in de kenmerkende Kaaps-Hollandse stijl, met klokgevels en rieten daken.

    In Franschhoek daarentegen kun je dan weer de Franse sfeer opsnuiven. Een heel bijzonder, koel gebiedje is Constantia, in de buitenwijken van Kaapstad. Daar werd voor het eerst op Kaapse bodem serieuze wijnbouw bedreven door gouverneur Simon van der Stel.

    Ten noorden van Kaapstad, langs de Atlantische kust, ligt Swartland, steeds meer in trek voor syrahwijnen.

    Ten oosten van Kaapstad, pal aan de kust van de Indische Oceaan, zijn bij Hermanus de koele gebiedjes Elgin en Walker Bay te vinden, gespecialiseerd in druiven als sauvignon blanc en pinot noir.

    Aan de 'andere kant' van de bergen bij Paarl en Stellenbosch ligt Robertson, een groot gebied dat uitgebreid gamma wijnen produceert.

  • Zwitserland wijnen - Schatkamer vol rariteiten
    Lange tijd is Zwitserland een grote onbekende geweest. Bijna alle Zwitserse wijn werd namelijk in eigen land geconsumeerd. Geleidelijk aan is daar enige verandering in gekomen. Dat is een goede zaak, want de betere Zwitserse wijnen beschikken over een buitengewoon origineel karakter. Weliswaar is de meest aangeplante druif de Chasselas (fendant), die zelden opwindende wijnen oplevert, maar daarnaast zijn er ook enkele uiterst zeldzame rassen te vinden die Zwitserland tot een ware schatkamer maken.

    Wijnbouw is eigenlijk verrassend wijd verbreid in Zwitserland gelet op de omstandigheid dat een groot deel van het land uit hooggebergte bestaat. Het zwaartepunt is te vinden in la Suisse Romande, het Frans sprekende deel van het land met kantons als Neuchâtel, Vaud , Genève en Valais (Wallis).

    Valais, met wijngaarden op de hellingen van het Rhônedal, is met een aandeel van ongeveer 40% in de productie verreweg het belangrijkste en meest interessante Zwitserse wijnkanton. De witte Fendant wordt er gemaakt van chasselas, terwijl rood vooral gebaseerd is op pinot noir. De naam Dole staat voor een assemblage van pinot en gamay. Naast deze gangbare druiven heeft Valais enkele ware specialiteiten in huis in de vorm van druivenrassen waarvan soms maar enkele hectaren zijn aangeplant: amigne, petite arvine, cornalin, ermitage, heida, humagne...

    Voor zo ver Zwitserse wijn het eigen land verlaat, is die meestal afkomstige uit het Franstalige landsdeel, dat nu eenmaal het grootste aandeel heeft binnen de productie. Dit neemt echter niet weg dat ook Duitstalig Zwitserland de nodige wijn produceert en met name tekent voor enkele bijzondere Pinot Noirs. Het Italiaanstalige kanton Ticino (Tessin) op zijn beurt heeft een naam hoog te houden als het gaat om Merlot.

    Met dank aan het Productschap Wijn.
  • Klantenservice
    Winkelwagen
    0 artikelen | € 0,00
    »
    Zoeken
    »
    betaalmogelijkheden
    PayPal
    Filter